Een van de aanbevelingen die ik kreeg voor de laatste paar weken voor mijn spreektest is om te werken aan een Bijbelkennisquiz. Het Wantakia-team, een team elders in Papoea-Nieuw-Guinea, gaf me een lijst met ongeveer 60 vragen die ze aan hun mensen stelden toen ze hun cultuur aan het bestuderen waren en begonnen na te denken over hoe ze evangelisatiebijbellessen konden geven.

Kleuren met de gemeenschap

De afgelopen twee jaar heb ik me vooral gericht op het stellen van interviewvragen aan de mensen van Kovol. Ik heb het gevoel dat ik alles heb behandeld en het wordt steeds moeilijker om mijn eigen vragen te bedenken. Het is geweldig om vragen te krijgen die iemand anders heeft bedacht. Ik heb ze vertaald in het Kovol en heb ze gesteld:

  • Hoe is de wereld gemaakt?
  • Was alles goed in het begin?
  • Wat gebeurt er met de ziel van mensen die sterven?
  • Welk werk gaf God in het begin aan de engelen?
  • Hoe kunnen we stoppen met zondigen?
  • Waarom schiep God de wereld?
  • Hoe gingen mensen om met zonde voordat Jezus kwam?
  • Is alle zonde hetzelfde, of is sommige groter dan andere?
  • Wie heeft God gemaakt?
  • Waar is God?

En ga zo maar door. Veel van deze vragen heb ik eerder gesteld, maar andere nog niet. Ik had nog nooit gevraagd wat de mensen in het Oude Testament deden om de zonde weg te nemen. Een van de mensen aan wie ik het vroeg, antwoordde dat hij wist dat ze dieren offerden. Ik heb toen geleerd dat er op zijn minst een bewustzijn is van het offersysteem in het OT.

Het mooie van het opnieuw stellen van al deze vragen is dat ik nieuwe dingen leer en groei in mijn vertrouwen dat ik sommige dingen eerder goed heb begrepen. Terwijl ik voor de tiende keer hoor dat mensen die goede dingen doen naar de hemel gaan en mensen die slechte dingen doen, zoals stelen, naar de hel gaan, groei ik in mijn zekerheid dat de mensen van Kovol volgens een op werken gebaseerd systeem werken, waarbij het er allemaal om gaat dat je genoeg goed doet om je slechte daden te compenseren. Een tijdje geleden had ik geen idee, toen kreeg ik een idee van wat de mensen dachten en nu ik het weer hoor, begin ik het gevoel te krijgen dat ik het goed begrepen heb.

Andere vragen helpen me te verfijnen wat ik dacht. De vraag “Hoeveel Goden zijn er?” was een interessante. “Veel. God is in ons mensen,” was het antwoord, vlak naast “Er is maar één God.” Ik heb de woordenschat van God in mensen opgemerkt. Er wordt ofwel gezegd dat God “isim” (tussenin) is, wat overal betekent, of dat Hij in mensen is. Maar in mensen zijn lijkt het concept van meervoudigheid met zich mee te brengen. Het ontbrekende stukje van de puzzel kwam toen een oude man antwoordde dat de grootvaders vroeger dachten dat God in hen woonde; nu weten we dat Hij overal is.
De voorouderlijke mythen die ik heb gehoord over geesten die de mens binnendringen om hem tot leven te wekken sluiten hier op aan. Het lijkt erop dat er in het verleden het idee bestond dat geesten mensen inwoonden en bezielden — dat de goden zich in de mensen bevonden. Het Christendom kwam zo’n 60 jaar geleden in de mix en het Genesis-verslag van God die de mens de levensadem inblies en ideeën over een inwonende Heilige Geest kwamen over dit voorouderlijke denken heen te liggen. Ik denk dat ik het nog niet helemaal begrepen heb, maar ik begin in te zien dat we heel bewust moeten omgaan met ons vocabulaire als we het hebben over waar God is, de schepping van de mens en de inwoning van de Heilige Geest. Oude ideeën en spraakpatronen die een ander idee overbrengen zijn nog steeds in gebruik en kunnen gebruikt worden om de Bijbelse God uit te leggen.

Ik ben begonnen aan een project om alle Bijbelverhalen die de dorpsoudste me in de loop der jaren heeft verteld op één plek te verzamelen. Terwijl ik vragen stelde, vertelde hij veel verschillende delen van Genesis na. Dit zal later van onschatbare waarde zijn bij het voorbereiden en vertalen van de lessen. Deze ouderling heeft lang geleden les gehad in Tok Pisin en vertaalt de verhalen in de natuurlijke Kovol-taal. We kunnen deze opnames uitpluizen naar woordenschat en zinnen voor onze eigen concepten van deze passages later.

Oscar heeft rekenles

Terwijl ik zijn versie van het verhaal doornam over de schepping van de mens, viel me iets op dat ik toen niet had opgemerkt. Terwijl ik de audio afspeelde en weer opnieuw afspeelde, deed ik een ontdekking. Toen God Adams lichaam uit het stof van de grond vormde, vormde hij ook Eva’s lichaam. Hij was van plan om hen beiden leven in te blazen. Het lijkt erop dat God een rookpauze nam en per ongeluk leven in de man blies, en hij kwam te vroeg tot leven! De man werd wakker en zag dat de dieren man en vrouw waren, maar hij was alleen. Daarom moest God Eva uit zijn rib scheppen. Ik was stomverbaasd toen ik dit detail zag! Ik moet controleren of ik het goed begrepen heb, maar het idee werd in 5-6 zinnen uitgewerkt, dus het was niet zomaar een opmerking. Dus God kan fouten maken? Dat is een idee dat ik in de gaten moet houden om te zien of het nog eens terugkomt.

Het is vermoeiend werk. Een van de sessies waarin ik deze oudere een derde van de vragen stelde, duurde 58 minuten. Het kostte me vandaag ongeveer 3 uur om alles te beluisteren en zijn antwoorden op de vragen in het Engels te noteren. Een opname van een uur is super overweldigend en wordt waarschijnlijk nooit meer beluisterd. Als de opname wordt opgedeeld in individuele vragen met de antwoorden geannoteerd, is deze later toegankelijker voor mij en anderen. Het was een lange sessie, maar ik weet zeker dat ik iets geleerd heb, toch? Dat moet wel.

Naast dit werk ben ik bezig met het opstellen en nakijken van een aantal alfabetiseringsboekjes. Ik had vandaag een sessie over kamelen en hoe ze vet opslaan in hun bulten zodat ze kunnen overleven in de woestijn. Ik heb natuurlijk nog nooit geprobeerd om dat uit te leggen! Deze leesboeken rekken mijn taalvaardigheid op en dwingen me om te proberen precies te zeggen wat er staat. Als ik gewoon met iemand praat, is het makkelijk om dit soort dingen te vermijden en het bij eenvoudigere zinnen te houden.

Ander nieuws: Oscar gaat deze week weer naar school. Hij is begonnen in jaar 2 (vergelijkbaar met groep 3). Over het algemeen denk ik dat hij het leuk vindt, maar het betekent wel dat Alice en Millie moeten leren zichzelf te vermaken terwijl mama lesgeeft.

Oscar begint aan jaar 2
Categorieën: Dutch

0 reacties

Geef een reactie