Nu ik net klaar ben met het document over de culturele thema’s van ons team, waarin ik alle culturele kennis heb verzameld die ik de afgelopen drie jaar heb ontdekt, kan ik een aantal kernthema’s van de Kovol-cultuur aanwijzen. Er is me verteld dat het goed zou zijn om te beginnen met ons plan voor evangelisatieonderwijs: wat en wanneer? Nu mijn culturele observaties nog vers in mijn hoofd zitten, zeiden de consulenten dat het een goed moment zou zijn om na te denken over hoe dat specifiek van toepassing zal zijn op het evangeliserende Bijbelonderwijs aan de Kovol.

Zondagochtend spelen in de beek

Het is tijd om na te denken over een lesprogramma. Waar moeten we les in geven, hoeveel lessen moeten er zijn, in welke volgorde moeten de lessen plaatsvinden en hoe zal het materiaal aansluiten bij de culturele thema’s van de Kovol-bevolking? Het document over reikwijdte en volgorde probeert daar een antwoord op te geven. Het is geen voorbereiding van individuele lessen, maar een overzicht van het hele curriculum om ervoor te zorgen dat het is afgestemd op de Kovol-bevolking en de culturele thema’s van de Kovol op een evenwichtige manier behandelt.

Ons uitgangspunt zijn de 58 “Van Eeuwigheid naar Eeuwigheid” lessen ontwikkeld door NTM. Deze beginnen met de schepping van de wereld, vertellen het verhaal van de verlossing in Christus, bevatten wat geschiedenis uit Handelingen en eindigen met de wederkomst van Christus en de nieuwe hemel en nieuwe aarde-31 lessen uit het Oude Testament en 27 lessen uit het Nieuwe Testament. De lessen zijn ontworpen voor kerkplanters in culturen die vergelijkbaar zijn met de onze, om ze aan te passen en vorm te geven voor de unieke behoeften van de cultuur van de mensen die ze onderwijzen. Het is geweldig om niet vanaf nul te hoeven beginnen! Het moet natuurlijk wel allemaal vertaald worden in het Kovol, dus het blijft een enorm project!

Ik heb de lessen doorgelezen en in kaart gebracht welke culturele Kovol-thema’s in welke les aan bod kunnen komen en op welke Bijbelse thema’s we ons zullen richten. In theorie zou elke les alle Bijbelse thema’s en alle culturele Kovol-thema’s kunnen behandelen, maar we kiezen ervoor om selectiever en doelbewuster te werk te gaan. De lessen die echt een cultureel Kovol-thema raken, zullen daaraan gewijd worden. Welke lessen moeten worden toegevoegd? Wat kan worden weggelaten? Wat moeten we opzij zetten voor latere lessen en wat is essentieel voor evangelisatieonderwijs?

Het lijkt erop dat we een paar lessen moeten toevoegen. Het verhaal van de Kovolmensen over Noachs kinderen Sem, Cham en Jafeth is voor hen van fundamenteel belang. Volgens het Kovol volk is de vloek die over Cham, de zwarte zoon, werd uitgesproken de reden waarom zij arm zijn en blanken rijk. Er zijn ons minstens drie verschillende genealogieën gegeven die de eerste Kovol voorouder terug naar Cham traceren. Elke keer worden deze met ernst gebracht en met de verwachting dat we hun onuitgesproken vraag zullen begrijpen, de onderliggende gedachte zullen bevestigen en, naar ik verwacht, hen het geheim zullen onthullen van hoe ze deze vloek kunnen omzeilen en rijk kunnen worden. Ik zou zeggen dat dit het belangrijkste stukje kennis is dat mensen hopen te krijgen van ons onderwijs. Daarom is het heel belangrijk het erover te hebben.

Het erover hebben is één ding, maar hoe moeten we dat aanpakken? Ik kijk ernaar uit om dit met mijn collega’s te bespreken als ze terugkomen, maar tot nu toe zijn mijn twee ideeën

  1. erop wijzen dat dit zo lang geleden is dat niemand vandaag de dag zeker weet van wie ze afstammen. We hebben het over duizenden, niet honderden jaren.

2. De vloek over Kanaän (niet over Cham) vertalen als niet gaande over huidskleur en welvaart, maar over het feit dat de Israëlieten een land was beloofd. De vervulling van de belofte was dat Israël het land in bezit nam – het is allemaal allang afgerond.

Ik denk dat we ook een paar lessen uit het Nieuwe Testament moeten toevoegen om het idee te bespreken dat God mensen ziek maakt als ze zondigen en dat als mensen rechtvaardig zijn, ze niet ziek worden en geen problemen hebben. Als we dan lessen toevoegen, moeten we er dan ook een paar uithalen? Is 58 het magische getal? Nou, nee, maar er moet een balans zijn tussen grondigheid, genoeg herhaling van Bijbelse thema’s om ze te laten beklijven, en ook zo kort zijn dat mensen de cursus wel afmaken.

Terwijl ik de lijst met bijbelverzen doorwerk en markeer wat we voor de lessen moeten vertalen, blijkt het nog ontzettend veel. We moeten nog ongelooflijk veel vertalen!

Ik kan er maar beter voor zorgen dat ik bij mijn volgende, en hopelijk laatste, taaltoets deze maand niet hetzelfde spreekniveau scoor als eerst! Ik zorg wel voor extra oefening. Gisteren heb ik het Pietertje Konijn-boek van Alice en Millie meegenomen naar het dorp, het aan de kinderen laten zien en het meteen voor ze vertaald. Ik heb ook twee jongens gecoacht bij het doen van pull-ups en push-ups toen ze woensdag met me mee gingen trainen. Meestal zien mensen me zwetende witte-mannen-workouts doen en laten ze me met rust. Maar met alleen deze twee jongens in de buurt besloten ze eens het te proberen! Acht pull-ups voor hun eerste keer is helemaal niet slecht!

Pike push-ups proberen

Ik werk ook verder aan de post-alfabetiseringsboeken. Elke dag vinden we nieuwe correcties voor in ons lexicon. In het verhaal van het jongetje dat malaria kreeg, staat “hij kreeg een injectie in zijn achterste”, niet in zijn handvat zoals in ons lexicon stond. Ergens in het verleden moeten we naar een handvat op een beker of iets dergelijks hebben gewezen en iemand vertaalde voor ons het woordje ‘onderkant’. We hhebben hen verkeerd begrepen en schreven ‘handvat’ op als Engelse vertaling. Het is zo’n onvoorstelbare uitdaging om een ongeschreven taal te leren. We zullen nog jaren correcties aanbrengen!
Ik heb ook geprobeerd de Kovolse werkwoordstijden beter te begrijpen. We hebben een tiental mogelijke combinaties van tijd en aspect en ik merk dat ik vaak de verkeerde gebruik in mijn concepten. We hebben bijvoorbeeld een combinatie voor iets als gewoonte doen en een combinatie voor een actie die meestal in het verleden plaatsvond. Als ik een activiteit beschrijf als “ze zorgden voor schapen”, welke gebruik ik dan? Beide kunnen werken, maar ik zie meer de combinatie waarbij de actie meestal in het verleden plaatsvond. Ik probeer het je uit te leggen voor zo ver ik het zelf helemaal begrepen heb 🙂 Ik weet zeker dat ik nog veel meer ga leren 🙂

Categorieën: Dutch

0 reacties

Geef een reactie