Na twee maanden bij ons in Kovol gewoond te hebben, is onze nieuwe vriendin en thuisonderwijsassistent Fiona weer naar huis vertrokken 🙁 Het is ongelooflijk hoe snel je close met iemand wordt als je 2 maanden dag aan dag in isolatie in de jungle zit met elkaar! We zijn verrast hoe verdrietig we zijn. Als wij uit een land vertrekken (best gek als je je realiseert dat ik dat schrijf alsof het normaal is, maar dat is het voor ons wel!) weten we dat we afscheid moeten nemen. We waren er nu niet op voorbereid, en een vaarwel midden in ons team hier in PNG betekent dat we met al diezelfde gevoelens moeten omgaan.
Fiona heeft de afgelopen twee maanden in het huis van de Hansens gewoond, dagelijks school- en speeltijd met de kinderen van Stous en die van ons gehad, dagelijks met ons of de familie Stous gegeten en ze was iedere vrijdagavond op onze spelletjesavond. We hebben ontzettend gelachen als we tegen elkaar een obstakelrace renden die was bedacht door een vierjarige, of als we een danswedstrijd hadden of stoelendans deden. We hebben heel veel mooie herinneringen. Fiona werd expert in het dragen van twee baby’s tegelijk en ze overspoelde onze kinderen met aandacht. Onze kinderen genoten er met volle teugen van.
We letten erg op onze kinderen en hoe ze reageren op het vertrek van Fiona, die immers hun dagelijkse speelmaatje en vriendin was. Oscar leek meer moeite te hebben met het idee dat ze weg zou gaan, dan met de realiteit. Hij heeft van tevoren wel gehuild, maar nu gaat het goed. Hij heeft nog steeds zin in onze wekelijkse spelletjesavond op vrijdag en brengt nog meer tijd buiten door met zijn goede vriend Lincoln (de jongste van onze collega’s). We denken dat het verdriet in golven zal komen, net zoals dat gebeurt met het missen van zijn vrienden van de peuterschool in Engeland. We praten heel vaak over hoe leuk én verdrietig het is om twee verschillende plekken te hebben die je thuis noemt, je mist immers altijd één van die plekken!
Het omgaan met dat verdriet dat veroorzaakt wordt door veranderingen kan ons als ouders een schuldgevoel geven, omdat we ons afvragen waar we in vredesnaam mee bezig zijn door onze kinderen hier op te willen voeden. En dan zien we Oscar en de kinderen Stous rondrennen, tikkertje spelen, gaten graven in de modder met stokken, terwijl Alice en Millie maar ‘DAH!’ hoeven te roepen naar de Kovolkinderen en ze worden aan de hand meegenomen op een wandelingetje. Er zijn hier ook heel veel goede dingen. Ik kan me nog herinneren hoe compleet we ons voelden de eerste avond terug in Kovol in april, toen we met ons team pizza zaten te eten en Oscar maar bleef springen en stoeien met de andere kinderen. We moesten in Europa altijd tijd maken om Oscar met andere kinderen te laten spelen. We hebben heel veel bezoekjes afgelegd, maar het was veel minder gewoonom met andere kinderen te spelen. Hier zijn er altijd vrienden op een steenworp afstand met wie Oscar kan gaan spelen.
Als we bedenken wat onze kinderen meemaken met steeds veranderingen en het leven tussen verschillende continenten, raakt het ons steeds weer dat iemand twee maanden vrijwillig hier komt en een vriendin voor onze kinderen is.
Ik voelde de tranen branden toen ik naar het huis van de Hansens ging om alles af te sluiten na Fiona’s vertrek. Het voelde stil en leeg. Deze hele week is een verrassende opeenvolging van emoties die ons allemaal aan het denken heeft gezet.
En nu moeten we ons hoofd gaan richten op de komende maanden. Het voelt een beetje als lopen op een tredmolen, nu we onze aandacht op de cultuurbestanden gericht hebben. We hebben onszelf als doel gesteld om de eerste 20 subcategorieën te vullen in de komende 4-5 maanden, wat betekent dat we er zo ongeveer 1 per week af moeten maken. Deze week ging het over wegen en verkeer en ik heb 10 nieuwe interviews opgenomen, die allemaal beluisterd, bewerkt, gearchiveerd, deels getranscribeerd en dan samengevat moeten worden. Ik hou net (nog net) bij, maar ik zit veel meer achter de computer dan normaal en ik word er kriebelig van – ik heb het gevoel dat ik beter op pad kan zijn om met mensen te praten.
Voor de komende week richt ik me op het thema eten en drinken, wat een ENORME categorie is. Het wordt echt aanpoten om het bij te houden, maar aangezien we 100+ categorieën moeten bestuderen en over allemaal iets moeten schrijven, wil ik echt niet over de eerste 20 al langer dan een half jaar doen, want dan duurt de rest helemaal een eeuwigheid!
Het doel staat en het wordt hard werken, maar we hebben een persoonlijk doel dat hoger op de prioriteitenlijst staat. Eind maart hebben we onze volgende vakantie gepland staan en ons doel is om die periode van 5 maanden te overbruggen zonder onszelf voorbij te lopen en bijna in te storten. Na onze vorige twee periodes van 3 maanden waren we iets te veel uitgeput. Tot nog toe lijken de aanpassingen in ons schema hun vruchten af te werpen; we proberen onder de rode lijn te blijven – maar het is een beetje lastig om te bepalen wanneer dat gelukt is. Wat is een dag een beetje ziekig zijn, of gewoon een rotdag hebben, en wat zijn de tekenen dat we te ver gaan? Dat is moeilijk te zeggen!
0 reacties