(Noot van de vertaler: vertalingen wat vertraagd door ziekte)
Ik ben de laatste tijd tijdens mijn taaltijd bezig geweest met het transcriberen van audio-opnames van verhalen in het Kovol van ongeveer 100-200 woorden. Het begon te voelen alsof ik mijn tijd zat te verdoen. Ik pakte een nieuw verhaal, was er 1-3 dagen zoet mee en dan was ik weer klaar en ging ik door naar het volgende. Het voelde alsof ik heel veel tijd kwijt was aan het maken van die verhalen, om er dan alleen een beetje aan te kunnen knabbelen voor ik doorging met het volgende. Het is ook alleen een oefening in het begrijpen, want ik kan nog helemaal niet zo vloeiend Kovol spreken als ik zie in de verhaaltjes.

We worden helemaal niet moe van het woord voor woord checken van die teksten!

Toen ik doorging naar mijn 15e verhaal van de afgelopen maanden, begon ik me af te vragen of ik wel goed bezig was. Ik keek in onze taalstudiemethode en zag dat ik op de goede weg was. Het is niet de bedoeling dat ik bij één verhaal blijf hangen en daar iedere laatste druppel uitzuig. Het is beter om te doen waar je klaar voor bent en dan door te gaan en te mikken op 2-3 verhalen per week. Goed te zien dat ik op de goede weg ben! Er stond ook een voorstel in dat nu mijn meest recente project is geworden.

Dramats zoon kwam onze sessie onderbreken: “Papa, je moet een boog voor mij maken!”

Mensen die vaker dit blog lezen (als die er zijn!) herinneren zich misschien nog dat ik ongeveer 2 maanden geleden ben begonnen met het schrijven van korte verhalen. Ik zat lekker in mijn huis en schreef een paar verhaaltjes van zo’n 100 woorden met gebruikmaking van ons woordenboek en mijn notities, die ik lekker makkelijk bij de hand had. Dan ging ik aan de slag met de correcties tot ze lekker liepen en vergeleek ik mijn verhaal met hetzelfde verhaal verteld door een moedertaalspreker.
Door dat vergelijken kreeg ik meer grip op de zinsstructuur in het Kovol, maar ik ging er niet mee door, omdat ik erachter kwam dat schrijven en praten twee verschillende vaardigheden zijn. Als je schrijft heb je veel tijd om na te denken over de juiste vervoegingen en je probeert je verhaal interessanter te maken door ingewikkeldere zinnen te gebruiken.

Ik kon alleen totaal niet praten zoals ik verhaaltjes kon schrijven. Dat probeerde ik te corrigeren met pogingen om in spreektaal op die verhalen te improviseren, maar dat lukte niet echt. Ik werd vaak al in mijn eerste zin gecorrigeerd, dan was ik van mijn a propos en zaten we te praten in korte zinnetjes die niet lekker samenvloeiden.

Vanille ligt te drogen in de zon

EVen over mijn nieuwe project. Ik zit lekker in huis met mijn voice recorder, klik op opnemen en vertel het verhaal. Dan edit ik de opname om lange pauzes ertussenuit te halen, foutjes te verwijderen waar ik opnieuw ben begonnen en een heleboel ummmms.
Daarna transcribeer ik mezelf. Dat is een heel stuk makkelijker dan een Kovol-moedertaalspreker te transciberen!

Het actieplan daarna is als volgt:

  • De opname afspelen aan iemand uit Kovol
  • Vragen of ze het kunnen navertellen in Tok Pisin, zodat ik kan checken of ze me goed begrepen hebben
  • Vragen of ze het zelf nog eens in het Kovol willen vertellen en de opname erbij pakken
  • Zin voor zin door mijn transcriptie heen lopen en mijn fouten corrigeren
  • Naar de opname luisteren als ik weer thuis ben en transcriberen en vergelijken
  • Nog een keer proberen – hopelijk met een betere versie

Tot nu toe vind ik het leuk dat ik de kans krijg om mezelf zonder interrupties uit te drukken en dan later kan corrigeren. Ik heb er een gemaakt over soep koken (die heb ik nog niet gecheckt) en ik heb al gemerkt dat ik het lastig vind om de juiste woorden te vinden voor het schoonmaken van de groente. Ik ben gegaan voor “hogu sannatogom”; ik ben benieuwd wat ik had moeten gebruiken!

Intussen maakt Oscar koekjes voor school

De resultaten zijn zowel bemoedigend als teleurstellend:

  • De beide verhalen die ik al gecheckt heb (een huis bouwen en een tuin aanleggen) werden volledig begrepen, yes!
  • Ik maak domme vervoegingsfouten, boehoe! (tugugam, niet tugulom idioot!)
  • De zinnen die ik gebruik zijn meestal correct en hoeven niet gecorrigeerd te worden, yes!
  • Ik klink als een kind, boehoe!

Als ik weer naar mijn huizenbouwverhaal luister, hoor ik dat het een beetje zo ging:
“Ik zette de palen neer, klaar. Ik zette de vloer erin, klaar. Ik zette de muren neer, klaar…”
Allemaal korte, simpele, herhalende zinnen. Ik moet acties groeperen in mijn hoofd, dan kan ik dat Kovolding doen waarbij gerelateerde werkwoorden in één zin gebruik worden.

Ik heb zin om een verhaaltje te maken voor iedere dagelijkse activiteit die ik het afgelopen jaar ofzo bestudeerd heb. Dat is een prachtige manier om al die woordenschat te reviseren en uiteindelijk praat ik dan misschien wat minder als een peuter.


0 reacties

Geef een reactie