(Noot van de vertaler: vertalingen wat vertraagd door ziekte)
Tot nu toe zijn we gestaag vooruit gegaan met onze taalstudie. Het gaat langzaam, maar ik kan van maand tot maand terugkijken en zien dat ik vooruit ben gegaan. Ik snap de opnames in mijn audiobibliotheek beter, dingen die ik moeilijk vond zijn makkelijk geworden en er zijn meer kleine dingen die erop wijzen dat we er wel gaan komen.

Ik had nog niet gedacht ‘Ik ga deze taal nooit leren!’ – tot deze week. We waren behoorlijk afgedraaid en hadden maandag een extra vrije dag genomen (noem het maar even een nationale feestdag). Toen werd het dinsdag en Gerdine en Stacie waren op pad om een geboorte te begeleiden (komt ook nog een blog over!) en zat ik dus thuis met de kinderen. Woensdag dan maar, dan gaan we weer aan de slag.

Toen ik wakker werd was ik nog moe (bedankt, Millie!) en dat is prima, dat gebeurt. Is ook al vaker gebeurd; je dwingt jezelf gewoon om op pad te gaan en je in te zetten. Meestal komt het wel goed. Er is niemand dus ik loop wat door het dorp en hoor ergens een hamer, dus ik ga kijken. Een van de jongens is spanten op zijn dak aan het timmeren, top 🙂 Het lijkt er alleen niet op dat hij ermee wil stoppen om met mij naar de taal te kijken, en de mensen weten hier dat mij laten helpen meer weg heeft van het oppassen op een peuter. Dus ik ga gewoon even zitten. Dan ga ik bij onze dorpsopa zitten en we kletsen wat.

Mololo plaatst “tangangi” op zijn huis

Het lijkt een slaperige, luie dag te worden, en helaas is het werk dat ik heb voorbereid vooral mijn achterstand qua teksten die ik nog moet checken en dat is behoorlijk intens werk.
Ik had nog een transcriptie van een verhaal van 3 minuten (dat is een hele pagina tekst) iver huizen bouwen – onderdeel van mijn ‘vergelijk hoe ik spreek met hoe een kovolspreker spreekt’-project. Het lijkt nu niet het moment om daarin te duiken. Oké, ik ga gewoon proberen te praten over huizen bouwen.

“Ik ga nu praten over huizen bouwen” begin ik. “Ik pak de palen en zet de palen neer. Klaar. Ik leg de draagbalken erop. Klaar. Ik leg de andere balken erop. Klaar. Ik leg de vloer erin. Klaar.” Aaah! Stop met de hele tijd ‘klaar’ zeggen! Mijn slappe en herhalende verhaaltje dooft eindelijk uit met ‘het huis is nu klaar om in te slapen’. Dat voelde niet oké. De interesse om te helpen lijkt ook niet enorm… Dat zal het wel zijn.

De regen komt eraan

“Ik ga deze taal nooit leren,” denk ik, terwijl ik naar huis loop. Nee, aan dat gevoel gaan we nog niet toegeven. Ik pak een kop koffie, raap mezelf weer van de grond en dwing mezelf om weer op pad te gaan. Ik zag iemand bij Rhetts huis, laten we daar eens gaan kijken…. maar hij is nu weg. Zal ik ergens heen lopen en mensen gaan zoeken? Het begint te regenen…. Uiteindelijk zit ik met Rhett over de Brexit te praten.

Vieze Millie

Na wat te lunchen zie ik Mosiligam aankomen. Top! Hij is een superbehulpzame taalleraar. Ronde 3 liep dus lekker en we hebben 2 uur gewerkt aan die tekst van 3 minuten. Met nog een momentje over voor ik met Oscar Mario ga spelen (doen we iedere woensdag, heerlijk!) vraag ik me af wat we moeten doen, nog een tekst? Dat lijkt me een beetje veel. Ik pakte mijn gitaar en we hadden in plaats daarvan een geïmproviseerde songwriting sessie in het Kovol.

We gooien wat akkoorden bij elkaar en dan komt er een refrein uit (in het Kovol)
“We gaan omhoog, we gaan omhoog
we zijn er bijna
we zijn mensen van de berg
we zijn bergmensen”

Laten we er een verhaal van maken, zeg ik, we zijn boven aangekomen. Moeder gaat eten maken, wat doet vader? ‘Niets,’ is hun antwoord, en ik schiet in de lach.

“Moeder pakt een pot
ze wil eten koken
Vader doet niets
de kinderen lopen rond”

Ik was er best wel blij mee dat we zomaar een origineel liedje maakten uit wat random akkoorden die ik koos, tot ik later hoorde dat Rhett en Stacie ons gehoord hadden en dachten dat we wat zaten te riffen op een liedje van Coldplay. Dus… mijn originele liedje is gewoon een melodie die ik van iemand anders gejat heb…
Woensdag was uiteindelijk qua taalstudie best oké.

Het probleem met taalstudie is dat het nooit ophoudt. Vanmorgen was wéér een dag met weinig motivatie en niemand buiten omdat het de hele dag regende. Maar ik heb tenminste wel die mooie lange 3-minuten-tekst waar ik mee aan de slag kan om hem te fileren en te bedenken hoeik hem nog wat kan opleuken met mijn eigen zinnen, als ik het verhaal opnieuw wil vertellen.

Ik zeg tegen mezelf: gewoon doorgaan, dan kom ik er wel. Onze dorpsopa vertelde me dat hij pijn in zijn hand had (ik denk artritis) en hij wist te vertellen dat alles kan verslijten. God woord heeft een levensreddende waarheid te vertellen over dat onderwerp. Sorry, Kovol-opa, dat het zo lang duurt voor ik je taal geleerd heb.


0 reacties

Geef een reactie