We hebben inmiddels zo veel tijd doorgebracht in Kovol dat we dagelijkse begroetingen (en de verschillen daarin qua dialecten) beginnen door te krijgen.
Hoewel we niet al onze aandacht konden laten uitgaan naar het leren van de taal terwijl we onze huizen aan het bouwen waren en ons aan het settelen waren, hadden we wel als doel om relaties op te bouwen – en het helpt erg als je dan hier en daar een paar zinnetjes kent!

We noemen dingen zoals dagelijkse begroetingen ‘praktische uitdrukkingen’ en leren ze gewoon uit ons hoofd. Normaal gesproken zorgen we dat we begrijpen wat we zeggen, want we leren er niets van om maar gewoon iets te herhalen zonder dat we het begrijpen. We zorgen dat we begrijpen wat we horen en zeggen en proberen op het niveau ‘begrijpen + 1’ te werken; dat betekent dat we een klein beetje uit onze comfortzone komen en iets leren, maar niet overspoeld raken.

Praktische uitdrukkingen echter zijn die dingen die je iedere dag gebruikt en die je gewoon uit je hoofd wilt leren en gebruiken – zelfs als we ze grammaticaal (of zelfs qua woorden) niet helemaal snappen. Het komt ook nog wel eens voor dat die veelgebruikte zinnetjes deels onregelmatig zijn. We hebben dan tenminste iets om te gebruiken in onze relaties van alledag.

Dus: hoe zeg je nou ‘hallo’ in het Kovol? Kijk hier eens naar (en neem het allemaal met een flinke korrel zout, want er is nog een hoop te leren! Oh en we schrijven in internationaal fonetisch alfabet, maar dat is dit niet, dus we hebben het zo opgeschreven dat een Engelstalig iemand het ongeveer correct uit zou spreken):

Sanapim dialectSlipim dialect
Goedemorgensamog bileesibone bele
Goededagkwaningem bileekwaningem bele
Goedemiddaguligong limong bileeuligong limong bele
Goedenachtinam bileeisan bele

Het woord bilee (of bele) is het woord voor goed/mee eens/vrede. Kwaning is het woord voor zon, en tot zover wat we begrijpen. Maar het is fijn om iets te kunnen zeggen als je iemand tegenkomt!

Zie je de verschillen? Zelfs in de begroetingen zien we twee hoofddialecten in het Kovol, en misschien een derde – daar moeten we nog even naar kijken.
De twee dialecten hebben verschillen in uitspraak, waarbij in sommige woorden in het Sanapin dialect een glottisslag voorkomt en in het Slipim dialect gebruik wordt gemaakt van hetzelfde woord, maar met een k in plaats van de glottisslag.
Dan heb je nog dat soms klinkers van kleur veranderen, zoals de ee in bilee die een e wordt, of ‘elais’ (taro kongkong) dat wordt uitgesproken als ‘elis’, en soms is het gewoon een heel ander woord. Bijvoorbeeld een zoete aardappel is ‘anip’ of ‘gras’, afhankelijk van het dialect.
Het is zelfs zo dat ieder van de 7 dorpen een eigen accent heeft, een unieke manier van begroeten en als wij de verkeerde gebruiken, verbeteren ze ons!Dat betekent dat we moeten onthouden wie waarvandaan komt, zodat we hun versie van de groet kunnen gebruiken.

Waarschijnlijk kunnen wij het beste het Sanapimdialect leren, want dat is het dialect van het dorp waar we wonen, en dan de verschillen met de andere dialecten registreren in ons woordenboek. We hebben nog heel wat onderzoek te doen om erachter te komen hoeveel die dialecten nou eigenlijk op elkaar lijken, als we de taal willen spreken of willen kunnen vertalen – conclusies kunnen we nog niet trekken!

Het lijkt er niet op dat er een ‘winnend’ dialect is, dat meer voorkomt of meer aanzien heeft dat de andere, dus iedere groep blijft ons voorhouden dat we hun dialect maar moeten leren 🙂 Het is echt onvoorstelbaar hoe een taal die door 1000 man in 7 dorpen gesproken wordt, zo veel variëteiten kent!

Hoe zit het met die namen? Nou, wij stellen dus vragen als ‘hey, we hebben opgemerkt dat jullie hier ‘osoviag’ zeggen tegen een komkommer, en in dat andere dorp zeggen ze ‘kosoviag’, hoe zit dat nou?’
‘Wij zetten het woord rechtop en zeggen ‘osoviag’, zij leggen het neer en zeggen ‘kosoviag’.’
Oh, oké. Voor hen zal het wel logisch klinken en wij noemen het gewoon sanapim- en slipimdialect.

Nog zo’n praktische uitdrukking die we heel veel gebruiken, is ‘kom, we gaan!’ We hebben nogal wat kilometers gemaakt tijdens de houtkap en dit is een veelgebruikte uitdrukking. Hij wordt gebruikt voor de overgang van zitten en kletsen naar iets actiefs doen. Het interessante eraan is dat je een van de twee gebruikt:

Kom, we gaan (omhoog)ilug
Kom, we gaan (omlaag)yug

Het ‘kom, we gaan’ is een die voor iedereen geldt, maar er zijn ook varianten die anderen uitsluiten, voor bijvoorbeeld ik ga, jij gaat, wij (behalve jij) gaan, etc. Die hebben we nog niet geleerd. Het interessantste eraan is dat je dus moet aangeven of je heuvelop of heuvelaf gaat – misschien eigenlijk best logisch voor mensen die in de bergen wonen.

Het lastige eraan is dat het hem in de detaills zit – omhoog of omlaag ten opzichte waarvan? Gaat het om absolute stijging, dus dat zo lang de bestemming hoger is dan de plaats van vertrek, ze zegt ‘kom, we gaan omhoog’? Of is het meer plaatselijk en is het zo dat ook als de bestemming sec genomen iets lager ligt, maar je wel over een heuvel moet om er te komen, je toch zegt ‘kom, we gaan omhoog’. Wat als de weg erheen als volledig vlak gezien wordt (wat waarschijnlijk niet bestaat in Kovol)?

Vooralsnog is het voor ons soms gissen. Als we beneden bij de rivier zitten en we zeggen ‘kom, we gaan’ om naar huis te gaan, is het duidelijk dat we onderweg naar boven zijn, maar van dorp naar dorp – onze kennis van de plaatselijke topografie is nog niet goed genoeg.
Als we het eenmaal onder de knie hebben voor ons dagelijkse werk, staat er nog een uitdaging voor de deur voor als we aan de gang gaan met vertalen.

En op die dag, toen het avond geworden was, zei Hij tegen hen: Laten wij overvaren naar de overkant.

Markus 4:35

Het zou weleens kunnen dat om dit naar grammaticaal correct Kovol te vertalen, we moeten gaan aangeven of de beweging omhoog of omlaag ging 🙂 Maar wederom: daar komen we nog wel uit!

Bid voor ons als we onze aandacht moeten richten op het echt bestuderen van deze taal en het beantwoorden van onze vragen.


0 reacties

Geef een reactie