We zijn weer terug in PNG en het is nu, op dag één, tijd om weer aan de slag te gaan. De taak van vandaag was een trip naar de stad om inkopen te doen voor onszelf – eten, tandpasta, schoonmaakspullen etc. en dingen voor ons komende Kovol ‘happy meal’ – een geluksmaaltijd.

We geven een ‘amamas kaikai’ of letterlijk een ‘geluksmaaltijd’, ook bekend als ‘wanbel kaikai’ of éénbuikmaaltijd’. De Kovolmensen werken al maanden hard met ons mee aan onze huizen. De mannen hebben al het hout dat we gezaagd hebben naar de bouwplaats versjouwd, de dames hebben voor ons gekookt en over het algemeen is de gemeenschap heel, heel hard bezig geweest om gastvrij voor ons te zijn en er geen twijfel over te laten bestaan dat ze ons daar willen hebben.

Iedere dag komen er nog mensen aan de deur om te helpen en ze houden zich bezig met wat er ook maar nodig is om ons te helpen met settelen en huizen bouwen.

Een gepast iets om te doen in deze cultuur als een huis af is, is het geven van een feestmaal om te vieren dat het werk erop zit en ook om de helpende handen te eren, en dat is dus precies wat we gaan doen.

Rijst en aandere boodschappen voor de maaltijd

Hoewel het idee op zich glashelder voor ons is, is de daadwerkelijke uitvoering ervan een mijnenveld. We moeten zorgen dat we niet overdrijven, maar ook dat we niet te weinig doen.
Als we deze maaltijd te uitbundig maken, stellen we de verwachting dat iedere keer dat ze ons helpen, ze net zo’n feestmaal voorgeschoteld krijgen, en het slechtst mogelijke zou de houding zijn van ‘nou, ik ben benieuwd wat we nu weer krijgen!’
Ons doel hier is een kerk te planten en die volwassen te zien worden. Als er om ons heen een cultuur ontstaat van het verwachten van materiële goederen van de zendelingen, dan kunnen we zien aankomen dat het zaad van Gods woord verstikt wordt door het onkruid en de zorgen van dit leven.
Uiteindelijk willen we immers goddelijke oudsten aanwijzen die bereid zijn om te lijden en sterven voor de Kerk zonder dat daar een aardse beloning tegenover staat. We willen onze bediening hier niet beginnen met een grote ‘uitbetaling’ na het huizenbouwen, want dat zou de verborgen hoop bevestigen dat we hier zijn gekomen om de weg te wijzen naar het verkrijgen van materiële bezittingen.

Dit gaan we uitdelen

Tegelijk kunnen we het ook niet maken om te weinig te doen. We moeten zorgen dat we het niet verkeerd oppakken en dat geven wat zij als ’te weinig’ zien; daarmee zouden we de gemeenschap die ons zo enthousiast geholpen heeft, geen recht doen.

Dit soort dingen is al lastig in onze eigen cultuur, met mensen die op ons lijken en die zijn opgegroeid met dezelfde ‘regels’ en onbewust begrijpen hoe het spel gespeeld wordt.
Ons probleem is dat we geen idee hebben wat te veel of te weinig is. Dingen die wij als kleine geste geven, kunnen worden opgepikt als waardevoller dan we ons hadden kunnen voorstellen en aan de andere kant zijn er momenten dat we echt ons best doen om indruk te maken en iets aan te bieden waarvan wij denken dat het waarde heeft, maar zo wordt het niet aangenomen.

Dus wat doen we ermee?

Als eerste hebben we besloten het grootste deel van ons budget aan eten op te souperen 🙂 Samen vlees eten, dat is hoe de Kovol laten zien dat het goed gaat met de relatie. Daarom hebben we zo veel varkens van ze te eten gekregen 🙂 Dus we hebben 200 kg lamsvlees gekocht, 60 kg rijst en 20 kg zout.
De waarde van het eten wordt voor de KOvolmensen nog verhoogd door het feit dat het allemaal eten uit de stad is, dat ze niet vaak (of nooit) te eten krijgen. Omdat het per helicopter gebracht wordt, kost het ons nog zoals gewoonlijk 3 dollar per kilo extra.

Inpakken die handel

Toen hebben we er nog wat bij gedaan. We hebben 60 platte vijlen gekocht voor het slijpen van bijlen en machetes. We gaan zeggen: “Met jullie bijlen en machetes zijn onze huizen gebouwd, dus hier zijn vijlen om ze weer scherp te maken’. We wilden kleine dingen die makkelijk te verdelen zijn. Nog een mijnenveld waar we doorheen moeten op die dag, is hoe we ze uit gaan delen.

Toen hebben we 30 goedkope (en hier veelgebruikte) kookpotten gekocht. Deze kunnen dubbel dienst doen om eerst de rijst en het vlees in klaar te maken en dan geschenken te worden – hopelijk is er één voor iedere familie/clan die geholpen heeft.

En toen hebben we als klap op de vuurpijl nog een voetbal gekocht voor ieder van de 7 dorpen, want ze zijn hier in Kovol dol op voetballen.
Is het te veel? Te weinig? We hebben geen idee – maar over een week is het meeste opgegeten, iedere familie heeft straks één of twee dingen waar ze de komende jaren naar kunnen wijzen en zeggen ‘dit hebben we van de zendelingen gekregen’ en de voetballen zullen het wel een paar maanden uithouden.
We zijn er wel gerust op omdat we weten dat dit waarschijnlijk de enige keer is dat we zoiets enorms doen als het bouwen van drie huizen, en als we ons dus toch vergissen in onze gulheid, kunnen we altijd nog zeggen dat huizen bouwen ook wel een uniek project was 🙂

We voelden ons weer eens stinkend rijk toen de winkelmedewerkers achter ons aan renden met een voorraad kookpotten voor een sorp, maar nu kunnen we ons er goed bij voelen – ze zijn immers ook voor het dorp.




0 reacties

Geef een reactie