Een taal leer je niet achter een bureau. Dat is er in de trainng ingestampt, maar nu ik na de Kerst weer met de taalstudie bezig ben, kom ik erachter dat ik heel veel achter mijn bureau zit.

De verleiding is groot om eropuit te gaan en wat taal te verzamelen om er dan dagen op te zitten pielen in mijn kantoor, het uit mijn hoofd te leren en helemaal uit te putten tot het lijkt te worden begrepen, om dan een nieuwe lading op te gaan halen. Het is de methode ‘neem een glas mee naar huis en zorg er goed voor’ en het is erg verleidelijk. We worden aangemoedigd om meer gebruik te maken van de methode ‘ga met je mond open voor de brandslang staan’. Ga naar buiten met iets van een plan, zodat je niet overvoerd raakt, je kunt het niet gewoon helemaal over je heen laten komen. Je moet eraan trekken om die dingen uit te kiezen die je kunt begrijpen – of kunt gáán begrijpen – en dan naar huis gaan en de volgende dag weer opnieuw beginnen.

De stapel opnames groeit, je pakt de 5% waar je klaar voor bent ertussenuit en dan ga je door, om het de volgende dag opnieuw te doen.
Ik hou mijn tijd bij en zorg dat ik meer tijd buiten met de mensen doorbreng om nieuw materiaal te verzamelen, of om mijn oude materiaal te proberen te gebruiken, dan dat ik achter mijn bureau zit.

Alleen – op moment zit ik heel vaak achter mijn bureau. Ik weet nog dat ik regelmarig naar het dorp ging en de tuinen om nieuwe dingen te bekijken, maar ik moet er goed over nadenken wanneer ik dat voor het laatst gedaan heb.

Ik ben bezig geweest met onze cultuurbestanden en heb heel veel interviews gehouden. De laatste lading ging over het weer en over gereedschap:

  • Zit er water in de wolken? Hoe komt het daar? (Ja, dat zit er. Als de wolken zweten komt er regen. We weten niet hoe het er is gekomen, het zit er gewoon.)
  • Wanneer krijg je een regenboog? Hebben ze een betekenis? (Ze komen na de regen, en ze betekenen dat het net geregend heeft)
  • Wat gebeurt er met een grote aardbeving? (Aardverschuivingen, omvallende boven, instortende huizen en vanzelf dichtklappende vallen)
  • Waar komen stalen gereedschappen vandaan? (Die worden gemaakt door witte mensen)

Het probleem waar ik tegenaan loop is dat het langer duurt om de antwoorden van de interviews te transcriberen dan om ze te krijgen. Als ik eenmaal 3 bronnen heb voor een stukje informatie, kan ik een kleine samenvatting toevoegen aan categorie 1-1 Aardrijkskunde en weer; en dan nog meer werk met oude versies verbeteren en documenteren.

Hier zit ik nu de hele tijd

Het voelt alsof mijn taalstudieproces langzamer gaat omdat ik me niet volledig kan richten op het beter leren communiceren in de Kovoltaal. Ik moet me richten op het documenteren ervan en het afkrijgen van alle papierhandel.
Ik ben wel nog steeds met de taal aan de slag. Ik stel vragen in Kovol en loop daarna de interviews na, maar ik let eigenlijk alleen maar op ‘wat zeggen ze’ en niet op ‘hoe zeiden ze dat, en hoe zou ik iets soortgelijks kunnen zeggen?’

Het andere grote project is het voorbereiden op de discussieanalyse. Ik heb 5 verhalende teksten nodig, 5 overtuigende teksten en 3 procedurele, van ieder ongeveer 100 proposities (dus een monoloog van 2-3 minuten). Deze zijn soms lastig te verkrijgen – je moet het aan de juiste persoon vragen. Als wij iemand vragen om ons een verhaal te vertellen, krijgen we monologen van 30 seconden tot een minuut, en dat is echt te kort. Als je er een opgenomen hebt (yes!) dan is het tijd om hem te transcriberen. Anders dan bij de cultuurinterviews (waar ik vooral interesse heb in de inhoud) heb ik bij deze interesse in ieder klein woordje en lettergreepje dat gebruikt wordt. Ik heb een superdegelijke van-woord-tot-woord transcriptie nodig. We nemen dan deze teksten en duiken er diep in. Hoe verhouden de proposities zich? Hoe worden actoren geïntroduceerd en weer weggedaan? Waar zit de climax van het verhaal en hoe wordt dat aangegeven? Hoe wordt een argument opgebouwd en hoe geef je het belangrijkste punt aan?

Alice en Millie werken terwijl ik werk

Met deze studie zouden we een idee moeten krijgen over het vertellen van een goed verhaal en het opbouwen van een goed betoog, en zou ook wat licht in de duisternis moeten brengen als het gaat over een aantal kleine merkpunten in onze opnames. Ik zie steeds i en o na een werkwoord waarvan niemand me kan vertellen wat het betekent en die nooit voorkomen als de zin op zichzelf staat. Dit zijn waarschijnlijk merkpunten op debatniveau… En we weten nog steeds niet helemaal zeker waar ze voor staan, maar op de een of andere manier laten ze je spraak soepeler of lekkerder klinken als je de alinea’s aan elkaar verbindt.

Als we dat gaan bestuderen zitten we veel tijd achter een bureau, maar nu we de verhalen aan het transcriberen zijn, is dat ook zo.

Het bureauwerk voelt echter wel als afleiding. Ik voel me schuldig dat ik niet buiten bezig ben om van mensen te leren om beter te communiceren.

Ik had op onze laatste taalcheck goede vooruitgang geboekt, maar we zagen toen wel dat we achterliepen met onze cultuurbestanden. Vandaar het doel om de eerste 20 van meer dan 100 culterele samenvattingen onderzocht en gedocumenteerd te krijgen. Deze maanden voelen als een maffe spurt om het voor elkaar te krijgen, ten koste van de taalstudie. Aangezien er nog 80 te doen zijn voor we klaar zijn met de taalstudie, wil ik echter niet meer dan een paar maanden bezig zijn met de eerste versies van de eerste 20 – het biedt geen best perspectief voor onze toekomst, het zorgen voor geletterdheid en het brengen van het Goede Nieuws aan de mensen van Kovol! Aaaargh zo veel te doen! Waarom kan ik niet sneller?

Wat de rest betreft: Juli is niet met Kerst bevallen, en nog steeds niet. Ze is nu zeker weten over tijd en we denken dat ze een dag of 5 geleden begonnen is met de eerste stadia van de bevalling (omdat ze aangeeft wat pijn en een gespannen gevoel te hebben, maar ze kan nog slapen). Haar vorige zwangerschap heeft ze 2 weken in het ziekenhuis gelegen omdat ze te vroeg dreigde te bevallen, maar het zette niet door, waardoor ze uiteindelijk een keizersnede kreeg. We beginnen ons zorgen te maken. De enige vlucht naar de stad die we mogelijk kunnen bieden is komende donderdag.
Ons beleid is dat we alleen mensen naar de stad laten vliegen in een noodgeval en alleen als het uitkomt met de helikopter. Het is nu nog geen noodgeval… maar we maken ons wel erg zorgen. We breken dus even met ons beleid en proberen een vlucht te regelen. Het voelt niet goed en we doen ons best om positief te blijven teenover Juli omdat haar zelfvertrouwen echt van vitaal belang is. Bid alsjeblieft dat ze veilig bevalt!

Categorieën: Dutch

0 reacties

Geef een reactie