We beginnen allemaal het gevoel te hebben dat we pauze nodig hebben, het leren van een taal en een cultuur is pittig! Maar ook leuk. Ik word vaak ’s morgens wakker met het gevoel nog niet op te willen staan: “Hoe ga ik in vredesnaam vandaag 8 uur taal leren?” Het goede nieuws is dat het meestal heel leuk is en ik meer uren maak dan zou hoeven!
Deze week besloten we klusdag over te slaan en niet de muur te verven die we in ons huis hadden willen afmaken. Twee hele dagen relaxen (voor zo ver mogelijk met een peuter) voelden geweldig; maar voor je het weet is het weer maandag en ga je weer de sleur in!
Meestal vliegt de tijd als je op pad gaat om iemand te zoeken om mee te gaan zitten, en langzaamaan kunnen we beter met de taal uit de voeten. We onderhouden een collectie ‘luisterbestanden’ waar we regelmatig naar luisteren en ik moet vaak terug naar de eerste bestanden om een titel te veranderen of de vertaling te verbeteren. We geven de voorrang aan nieuwere en moeilijkere dingen die we hebben opgenomen, maar af en toe kijken we het hele spul nog eens door en het voelde best goed om ‘onbekende uitspraak’ in een van mijn opnames te kunnen veranderen in ‘ik heb het koud’ (en toen vroeg ik me af waarom ik dat nog niet had opgemerkt)! Dus er zit vooruitgang in.
We vinden het ook leuk om in veranderende samenstelling op pad te gaan. Soms zit ik alleen met een paar mannen, soms met Gerdine en Oscar en soms komt de familie Hansen ook meedoen (en dan lopen alle dorpskinderen mee om te kijken wat we gaan doen!) dus heel lollig. We hebben een dode ‘Kleine Paradijsvogel’ gezien, dat was best gaaf. De mannen hadden hem geschoten om op te eten, maar de staartveren zullen worden verkocht of in een hoofdtooi worden verwerkt.
We zijn ook begonnen met het verzamelen van wat ’team’-taalgegevens. We produceren continu allemaal onze eigen taalstudiemateriaal en nemen onze eigen notities, en hoe handig dat ook is, het betekent dat je soms 4 spellingen hebt voor hetzelfde woord! We zijn een soort Kovolwoordenboek aan het aanleggen, in een poging om onze data wat op elkaar af te stemmen.
Waar begin je met een gloednieuw woordenboek? Hoe deel je zoiets überhaupt in?
En dus ben ik maar weer aan een nieuw programmeerprojectje begonnen. We voeren de data in in een Excel spreadsheet (makkelijk te begrijpen en gebruiken voor iedereen) en elke dag wordt er op onze server een nieuwe HTML-pagina aangemaakt die er mooi uitziet en doorzoekbaar is (en offline!). En hoewel deze setup op moment inzetbaar zou zijn voor iedere taal, is het mooiste eraan nog dat we hem kunnen aanpassen op speficiek de Kovoltaal.
Ik denk vast aan de werkwoorden. Tot nu toe hebben we 21 verschillende manieren gevonden om een werkwoord te vervoegen en er komt vast nog meer aan. We nemen woordenboeken nog niet in ons woordenboek op, omdat we nog niet zeker weten wat de beste manier is om ze te noteren! We zijn druk bezig om er nog veel meer te verzamelen, zodat we er eens goed voor kunnen gaan zitten om te kijken hoe goed ze te voorspellen zijn. Als we een regel kunnen verzinnen voor alle 21 vervoegingen, die op ieder werkwoord past, mooi! Dan hoeven we het werkwoord maar één keer op te nemen en kan het woordenboek zelf de vervoegingen berekenen – en zo niet, dan hebben we heel wat typwerk te doen!
Maar nu lopen we op de zaken vooruit. Tot nog toe hebben we ongeveer 350 bijvoeglijke en zelfstandige naamwoorden opgenomen en ze moeten stuk voor stuk nog gecheckt worden. We hebben een moment vastgelegd op vrijdagmiddag waarop we altijd samen gaan zitten en praten over de spelling van 50 woorden die we die week hebben gekozen. Als we eenmaal een mooie lange woordenlijst hebben waarvan we het eens zijn over de fonetiek, dus kunnen we de linguïstieke analyse starten die een Kovol-alfabet moet gaan opleveren – en dat betekent dat we niet meer hoeven te noteren in fonetische tekens, maar gewoon in Kovol kunnen schrijven.
Na een medisch gezien rustige periode zijn er deze week weer drie dingen voorgevallen. Het begon met een baby die nog bij zijn moeder dronk, die een opgezwollen gezichtje had en wat verhoging. Omdat hij goed ademde en hij goed dronk, hebben we de familie verteld dat ze weer naar huis konden gaan, hem goed in de gaten moesten houden en als ze zich zorgen maakten, ze naar onze buren bij de Pal konden gaan, die op maandag kliniek houden.
Toen kwam er een man bij ons die een verwijsbrief wilde voor zijn been. Een jaar geleden had hij het bij een potje voetbal gebroken. Het ziekenhuis had hem behandeld door het plaatsen van een schroef in zijn scheenbeen en gips. HIj heeft alleen het gips maar een week omgehouden, dus het was nooit goed genezen! Als hij nu loopt, komt er vocht uit een wond op zijn scheen 🙁 We hebben gezegd dat we hem helaas niet met de heli konden laten ophalen (want geen spoedgeval), maar als hij klaar is voor vertrek, hij iemand langs kan sturen zodat we wat paracetamol mee kunnen geven voor onderweg.
En als laatste kwam er nog een baby aan de borst, die moeilijk ademhaalde, verhoging had, naar hoestte en wat nog het meest verontrustend was – een stijve nek had. Een stijve nek kan wijzen op hersenvliesontsteking, maar omdat de baby wel heel alert was, denken we daar toch niet aan. We denken aan longontsteking.
Het is een grote zegen dat we contact op kunnen nemen met onze medische kliniek en om advies kunnen vragen in gevallen als dit, en we kregen het advies om voor de zekerheid te behandelen voor hersenvliesontsteking. Natuurlijk zegt het stemmetje in ons hoofd nu tegen ons: “Waarom behandelen we deze baby wel en die van een paar dagen terug niet?” “Wat als we fout zitten?” “Beginnen we nu ergens aan (baby’s behandelen) dat we niet vol kunnen houden?” We besloten de baby te behandelen en hebben de familie gevraagd een paar dagen te blijven (tot de injecties met antibiotica niet meer nodig zijn en we kunnen overstappen op een kuur die oraal wordt toegediend).
We zijn erg dankbaar dat we Natalie hebben, die ervaren verpleegkundige is; ik probeer alles te leren zodat ik mee kan helpen als er iets gebeurt als Natalie er niet is.
Het is lastig om te weigeren als iemand om hulp vraagt, maar soms moet het. En er zijn momenten waarop weigeren fout zou zijn. We hebben niet het gevoel dat we de wijsheid hebben om dit soort beslissingen te nemen.
Nu ik zit te schrijven bedenk ik dat we het vanavond in ons overleg over nog twee gevallen gaan hebben, allebei ernstig maar niet direct urgent. Bid dat we de wijsheid krijgen om te weten wat we moeten doen!
0 reacties