Een van de eerste dingen die we gedaan hebben, nog voor we begonnen te bouwen, was twee 250L watertanks aansluiten naast een zeil, zodat we regen op konden vangen en ons team water zou hebben. De Kovolmensen halen hun drinkwater (ze drinken sowieso minder dan wij) uit een stroompje zo’n 10 minuten lopen heuvelafwaarts.

Dat werkt voor hen prima, maar dat ging natuurlijk nooit voldoende zijn voor een druk team van 10 bouwvakkers. De tanks dienden prima hun doel, 500 liter was genoeg voor drinken en wassen, ook al hadden we 10 mensen die 2 weken aan het bouwen waren. Uiteindelijk kwamen onze 7000-liter-tanks binnen en werden die aangesloten op onze dakgoten, waarmee de kleine tanks in onbruik raakten.

Het leek nogal logisch om ze in gebruik te nemen als gemeenschappelijke watertanks, maar daar moesten we wel even zorgvuldig over nadenken. Eerst hadden we bedacht dat we meer van die tanks konden kopen, zodat we er eentje konden geven aan ieder dorp, als dank voor het meehelpen met de bouw van onze huizen.

Dat was op papier een leuk idee, maar praktisch gezien wat lastiger. De dorpen hier zijn niet zoals de dorpen thuis. Een Kovoldorp bestaat meestal uit 4-5 gehuchten die tot 45 minuten lopen van elkaar af liggen. En waar zouden in dat geval de tanks moeten komen staan? Dat wordt een politiek probleem en daar willen we ons verre van houden! Wie maakt de tanks schoon? Zorgen we ook voor goten om water op te vangen? Wat doen we als er klachten komen dat die-en-die geen tank hebben gekregen? Heeft 250 liter water wel praktische waarde voor een dorp? Wat doen we als ze smerig worden en in onbruik raken?

Uiteindelijk hebben we maar besloten dat niet te doen en kookpotten te kopen als bedankje in plaats van de tanks. Die potten zijn ook nog makkelijker te vervoeren en uit te delen dan één grote, dure tank.

Het leek uiteindelijk een plan waar niets mis mee kon gaan om de tanks bij onze huizen te installeren.
De gemeenschap die het dichtst bij ons woont heeft er het meeste profijt van, maar de tanks zijn voor mensen die bij ons op bezoek komen – beschikbaar voor iedereen.
Ze worden gevuld als onze tanks overstromen (bij iedere zware regenbui), ze zijn voor ons zo dichtbij dat we ze goed in de gaten kunnen houden en onze tanks hebben er geen last van. We hoeven ons geen zorgen te maken dat er iemand een kraan open laat staan en onze tanks leeglopen – dat kunnen ze doen met die kleintjes van 250 liter, maar onze grote tank staat veilig. We hebben nog een wastafel over die we onder de kraan zouden kunnen zetten – maar laten we het maar simpel houden!

Onze tank die overloopt tijdens een regenbui

We hebben al gezien hoe handig de tanks kunnen zijn als we weer eens een feestmaal hebben. Minstens om de dag koken onze dames met hun dames en er is altijd water nodig, want in Kovol wordt alles gekookt. De tanks staan bij het huis van de familie Hansen, het dichtste bij de hut waarin we elkaar vaak ontmoeten en samen koken.

We hadden een paar opstartproblemen. De mensen bleven maar met de kraantjes spelen toen ze er net op zaten, en de eerste regenbuien zijn dwars door de tanks heengelopen omdat de kraantjes openstonden. Het lijkt er echter op dat ze het nu door hebben en het wordt steeds meer algemeen bekend dat er water beschikbaar is en we zien dames die hun kannen komen vullen.

De meesten gaan nog gewoon naar het beekje, misschien zijn ze bang om het water op te gebruiken? We zien wel hoe het loopt. Het volgende plan is om hier een stuk antibacteriële zeep beschikbaar te stellen, zodat mensen met zweren en wonden die schoon kunnen maken. Net zoals met de meeste van onze goede ideeën hebben we geen idee of dat ook op de lange termijn een goed idee is, of het een behoefte opvult of een positieve invloed zal hebben – maar nou ja, we doen ons best.

Onze helikopterbrandstof is een leuk zitje geworden
Categorieën: Dutch

0 reacties

Geef een reactie