Als voorbereiding op de alfabetiseringslessen in Kovol ben ik druk bezig met het maken van oefenleesmateriaal. De belangrijkste reden waarom alfabetiseerden hun vaardigheden niet verankeren en alfabetisering een deel van hun leven maken, is gebrek aan oefening. Sommigen schatten dat studenten minstens 600 uur leesoefeningen nodig hebben om echt geletterd te worden. Zonder dit kunnen mensen die hebben leren lezen, terugglijden naar analfabetisme.

Dit vormt een enorme uitdaging voor ons toekomstige alfabetiseringsprogramma – er is geen leesmateriaal in de Kovol-taal! Als we geen zelfverzekerde lezers hebben, zal onze toekomstige Bijbelvertaling op een plank blijven liggen als een artefact van “de tijd dat hier witte mensen woonden”. Een kostbaar bezit, maar niet iets dat gelezen en gebruikt wordt.

Onze alfabetiseringsconsulent zegt dat we ten minste 20 leesboeken moeten produceren voordat we met ons alfabetiseringsprogramma beginnen. We krijgen ook het advies om elk jaar 2 nieuwe boeken aan de bibliotheek toe te voegen. Dat is natuurlijk nauwelijks genoeg voor de 600 uur lezen die onze leerlingen nodig hebben! Maar het is wel waar we mee beginnen.

Deze week heb ik een boek vertaald van een auteur uit PNG. Hij vertelt een verhaal door dat zijn grootouders hem verteld hebben over de Tweede Wereldoorlog. PNG was een strijdtoneel in de Tweede Wereldoorlog. Legers, marines en luchtmachten raakten slaags op het eiland. Tijdens mijn oriëntatie op PNG in 2016 bezochten we een nabijgelegen dorp om een Japans vliegveld te bekijken, dat nu weer is opgeslokt door de jungle. Er staan daar roestende vliegtuigen, gewoon te staan. In het dorp zelf zag ik een oud luchtafweerkanon dat nu werd gebruikt om een waslijn aan vast te zetten. Het Verenigd Koninkrijk heeft ook wel een WO2 geschiedenis, maar de meeste actie vond plaats in Frankrijk en Duitsland. Wat er over is, wordt zorgvuldig bewaard in musea. Het is een andere ervaring om naar PNG te komen en te ontdekken dat de geschiedenis hier gewoon deel uitmaakt van het landschap.

De mensen van Kovol hebben gehoord van de grote oorlog. Ze hebben een verhaal over een vliegtuig dat hier in de bergen is neergestort met witte mensen aan boord, maar ik denk dat dat na de oorlog was.

Toch heeft het vertalen van dit alfabetiseringsboek allerlei nieuwe dingen opgeleverd. Er is nieuwe woordenschat voor kanon, bom, Japan en gevechtsvliegtuigen. Ik heb dat op een paar manieren aangepakt. Geweer werd uiteindelijk “hem holoogul” (sterke boog), bom was “bom”, Japan was hetzelfde en gevechtsvliegtuig was “balus enninnot” (het tok pisin woord voor vliegtuig en het bijvoeglijk naamwoord agressief). Als er een Kovol-concept is dat past, kan ik dat gebruiken, zo niet dan kijk ik naar Tok Pisin en als er niets is, moet ik een zin of een zin verzinnen om dingen te beschrijven.

De woordenschat is maar één van de problemen. Het volgende probleem dat ik had, was dat het boek een inleiding had waarin de datum van WO 2 werd beschreven en op welke plaatsen in PNG er gevochten werd. Dit is een taalgenre dat niet bestaat in Kovol. Informatieve non-fictie is niet iets waar we veel voorbeelden van zien. Ons doel is om zo natuurlijk mogelijk te vertalen, maar we doen ook gloednieuwe dingen met de taal. We nemen gloednieuwe concepten, met gloednieuwe woordenschat en voegen die samen in korte, dichte zinnen. Sommige van de dierenboeken die ik heb vertaald zijn vergelijkbaar. We hebben alinea’s die dingen zeggen als “Dit dier doet dit. Dit dier eet dat. Dit dier heeft dit” en ik heb nog nooit iemand zo horen praten. Mensen zouden hooguit 1 feit geven over een dier als we daar naar gevraagd hadden, of als het deel uitmaakte van een verhalend verhaal.

Na de inleiding gaat het boek echter over in een eenvoudig verhaal. Een inwoner van PNG zit boven in een boom en ziet een Japans vliegtuig aankomen. Hij denkt dat het vliegtuig vracht komt afleveren en zwaait naar het vliegtuig, maar het richt zijn geweren op hem en doodt hem. Dan bombardeert het zijn dorp en de mensen vluchten het moeras in en verstoppen zich tot de oorlog voorbij is. Naar verluidt is het een waargebeurd verhaal uit de oorlog.

Toen ik met een helper aan het verhaal werkte, liet ik hem beelden en YouTube-fragmenten van de oorlog zien. Het is moeilijk te geloven dat dit allemaal zo lang geleden gebeurde! Het is ook moeilijk om de omvang van de oorlog te bevatten. We keken naar een videoclip van 40 vliegtuigen die in formatie parachutisten droppen boven PNG. Het is gemakkelijk voor te stellen hoe de “cargo cult”-mentaliteit zich in PNG ontwikkelde toen boeren die voor eigen levensonderhoud leefden, Australië en Japan zagen vechten met wat oneindig veel grondstoffen moet hebben geleken.

Ik heb weer een boek van de lijst geschrapt en nu is het tijd voor wederom een nieuw boek. Ik moet nu een boek van 20 pagina’s over “Het verhaal van transport” vertalen. Wederom zijn er woordenschatuitdagingen, want Kovol verwijst naar vrijwel elk voertuig als een nim endee > “een boomstam”. Dus hoe ga ik onderzeeërs, vliegdekschepen, heteluchtballonnen, paardenkoetsen en riksja’s noemen? Ik verzin vast wel iets.

Ik ken geen woord voor duwen. Ik moet het hebben over hoe de wind schepen duwde, maar ik ken alleen een werkwoord voor trekken. Ik blijf elke week leren en geduwd worden!

Ander nieuws: zaterdagavond hadden we een vreugdevuur voor Guy Fawkes. Oscar volgt een Brits lesprogramma en leerde erover op school en wilde het graag zelf ook doen. We hebben een Guy van bamboe gemaakt en hem verbrand. Er waren toevallig geen Kovol-mensen aanwezig, dus ik hoefde niet uit te leggen wat we deden. Het is grappig om te doen, toch?

Vreugdevuur
Categorieën: Dutch

0 reacties

Geef een reactie