Vier maanden geleden was ik “klaar met mijn taalstudie”. Het afronden van een taalstudie vergde drie jaar fulltime inzet. Wat een uitdaging was dat! Ik ben een heel eind gekomen sinds ik begon met het aanwijzen van verschillende wortelgroenten, vragen “Wat is het?” en dan prompt dat nieuwe woord vergeten 🙂

Ik heb dan wel het niveau bereikt dat nodig is om te beginnen met vertalen, maar het leerproces stopt niet. Ik heb gewoon het niveau bereikt waarop ik mijn taalvaardigheden kan verbeteren terwijl ik ze gebruik. In de vier maanden dat ik alfabetiseringsboeken vertaal en schrijf, zie ik al verbetering, maar er is nog zoveel te leren! Ik zie er bijna tegenop om mijn vertaling van het Jozefverhaal over 5 jaar opnieuw te lezen. Ik doe mijn best, maar ik weet zeker dat ik over 5 jaar zal terugkijken en mijn hoofd zal schudden over hoe weinig ik wist.

Een van de onderdelen van vertalen die me verder brengen in mijn begrip van deze taal, is dat ik dingen moet vertalen die ik nog nooit eerder in de taal heb gehoord. Deze week heb ik me verdiept in citaten binnen citaten. In Gen 43 keren Jozefs broers terug naar hun vader en vertellen hem wat zij hebben gezegd en wat Jozef tegen hun vader heeft gezegd.

Ik heb nog nooit in de Kovol-taal gehoord dat een dialoog aan anderen in een dialoog wordt verteld!

Vertaalwerk in Paratext

Het is maar goed dat ik niet alleen vertaal. Ik las mijn ontwerp voor aan mijn vertaalhulp en nadat ik hem had uitgelegd wat ik probeerde te zeggen, liet ik hem het voor me herformuleren. Ik dook in de audio-opname van wat hij net tegen me had gezegd en zag het patroon. Zo gaat het in Kovol:

“De man, de heer van het land, sprak onvriendelijk tegen ons en nam ons voor spionnen van het land. Maar we zeiden tegen hem: ‘We zijn eerlijke mannen, we zijn nooit spion geweest’.

Gen 42:30-31

“Jullie zijn mensen die stiekem plaatsen zien’ zei hij” zeiden ze. “Hij zei, we zeiden zo ‘nee’ zeiden we” zeiden ze. “Wij zijn goede mensen’ zeiden we” zeiden ze. “ ‘We zien niet stiekem plaatsen’ zeiden ze” zeiden ze.

Dat is een gloednieuwe manier van spreken voor mij. De echte vraag is of het de eerste keer overkomt op iemand die het verhaal nog niet eerder heeft gehoord. Ik testte het uit in een begripstest om te ontdekken dat… het dat misschien wel doet? De man kon me precies vertellen wat de broers zeiden, maar toen ik vroeg “Tegen wie zeiden ze dit? Hebben ze het weer tegen Jozef?” kon hij geen antwoord geven.
Het lijkt erop dat we er bijna zijn, maar misschien moet ik de openingszin (Gen 42:29) een beetje vertragen. Op dit moment staat er “Ze kwamen naar Kanaän en zeiden tegen Jakob.” Dat is prima, maar aangezien de eerste persoon met wie ik dit doornam mij niet kon vertellen tegen wie ze het hadden, denk ik dat ik misschien iets moet zeggen als “Ze kwamen naar Kanaän. Ze zeiden tegen hun vader Jakob. Ze zagen hem en zeiden tegen hem”.
We zullen zien. Ik heb nog twee uitgebreide controles te gaan dus misschien kunnen personen 2 en 3 mijn vraag beantwoorden.

Misschien moet ik dit patroon op de een of andere manier oefenen? Het probleem is dat het zo obscuur is! Ik heb het gevoel dat ik zo’n gekunsteld scenario moet verzinnen om het te gebruiken. “Ik sprak met Gerdine en zei dat Oscar had gezegd dat hij klaar was met school en ik had gezegd dat hij nog rekenen moest doen.” Nou ja, misschien niet dat voorbeeld, want dan zou ik me ook zorgen moeten maken over uitleggen wat rekenen is 🙂
Ik zie mezelf niet in staat om dit in het dagelijks spraakgebruik te gebruiken, maar het is leuk om het in mijn gereedschapskist te hebben voor vertaling.

Tijdens het opstellen van Gen 43 deze week kwam ik tot:

We hebben nu al zo lang gewacht dat we in die tijd wel twee keer op en neer hadden kunnen gaan.
Gen 43:10

Dit is een ’tegengesteld aan feit, voorwaarde-gevolg-propositierelatie’. Klinkt dat niet chic? De reden dat ik zo enthousiast ben, is dat ik een paar maanden geleden heb ontdekt wat volgens mij de manier is waarop dit in Kovol wordt gedaan. Ik denk dat ik de absoluut perfecte manier heb om dit in Kovol te zeggen. De echte test zal echter volgende week zijn, wanneer ik mijn taalhelper zie. Als het zijn beurt is om de paragraaf in zijn eigen woorden te zeggen (natuurlijke Kovol spraak) zal hij dan de zin gebruiken die ik heb opgesteld, of zal hij iets anders gebruiken? Als hij mijn ontwerp volgt en de zin gebruikt die ik heb voorgesteld, dan weet ik vrij zeker dat ik de spijker op de kop heb geslagen en het goed heb begrepen.

Alfabetiseringsboekjes maken

Je kunt misschien wel zien dat ik de hele week op kantoor ben geweest! Al mijn werktijd bestond uit het opstellen van schriftelijk materiaal, het corrigeren en controleren van schriftelijk materiaal met Kovol helpers, of het voorlezen van stukken schriftelijk materiaal aan Kovol mensen om te controleren of ze goed overkomen. Ik heb verder niet veel spannends te vertellen, behalve dat ons pakket met kerstcadeautjes gisteren is aangekomen.

Het kerstcadeautjespakket

In de categorie ‘nieuws uit het dorp’: Natalie heeft iets opgepikt dat we gemist hebben. Wat is het toch fijn om haar terug te hebben! Het lijkt erop dat mensen het verkeerde idee hebben gekregen dat het evangelisatiebijbelonderwijs in februari begint. We houden dan een alfabetisering kick-off, waarbij ons team 2 weken bezig is met het produceren van het alfabetiseringsprogramma dat de mensen van analfabeet zal brengen naar mensen die alle lettergrepen van de Kovol-taal kennen. Het lijkt erop dat sommige draden zijn gekruist en de verwachtingen nemen toe. De Kovol-dorpen hebben nachtelijke bijeenkomsten belegd om hun zonden op te biechten en “de weg vrij te maken” zodat het onderwijs “goed zal verlopen”. We zullen zeker gebed nodig hebben om erachter te komen wat we kunnen zeggen om de mensen op één lijn te krijgen met ons.

Categorieën: Dutch

0 reacties

Geef een reactie