Omdat ik zo dicht tegen het einde van mijn taalstudietijd aan zit, kreeg ik van mijn CLA-consulenten te horen dat ik wel wat alfabetiseringsboeken mocht vertalen om mezelf vertrouwd te maken met het vertaalproces.
Ik ben nu klaar met al het papierwerk dat ik moet doen om mijn taalstudie af te ronden en ik zit alleen nog te wachten op een spreektest. De test staat gepland voor 27 augustus, wat langer duurt dan ik had gehoopt. Ik heb gevraagd wat ik in de tussentijd moet doen, zodat ik mezelf en mijn taalhulpen niet gek maak door spreekoefeningen met ze te doen!

Ik ben er nog niet. Totdat ik in de test kan aantonen dat ik een niveau omhoog ben gegaan, ben ik officieel nog bezig met fulltime taalstudie. In december 2023 had ik een test en scoorde ik niveau 8/9, dus nu moet ik zien dat ik dat laatste niveau haal (en ben ik bang dat ik op niveau 8 blijf steken!). Het vertalen van alfabetiseringsboeken is echter een geweldige nieuwe uitdaging in de Kovol-taal. Ik doe extra taaloefeningen en krijg tegelijkertijd een voorproefje van de vertaalworkflow.

Van hard werken word je moe

Wat ben ik aan het vertalen?
Binnenkort gaan we werken aan het Kovol alfabetiseringsprogramma waarbij we boekjes ontwerpen om volledig “blinde”, dat wil zeggen analfabete (musom tuhum in het Kovol) mensen te leren lezen in de Kovol taal. Lezen vereist veel oefening, dus we zullen ook werken aan een bibliotheekje met post-alfabetiseringsboeken. Dit zijn korte boekjes die mensen na hun afstuderen kunnen lezen om hun leessnelheid en nauwkeurigheid te verbeteren. De Bijbel is – als je er even over nadenkt – geen boek voor beginners. Mensen hebben tientallen minder moeilijke boeken nodig voordat ze met vertrouwen uit de Kovol Bijbelvertaling kunnen lezen.
Het zijn deze post-alfabetiseringsboeken die ik probeer te vertalen. Ik ben begonnen met een boek van 2000 woorden genaamd “Peter krijgt malaria” dat zich afspeelt in PNG. Maar het eerste dat ik af had, was een verhaal van 250 woorden over een paar jongens die op vogels jagen en per ongeluk hun vriend in de hand schieten met een blaaspijltje.

Het allereerste geprinte boek in het Kovol ooit!

Wat is het proces?
Onze missie heeft een duidelijk gedefinieerd proces voor Bijbelvertaling. Voor deze post-alfabetiseringsboeken is dat heel uitgebreide proces niet per se nodig, maar we gebruiken er delen van. Voor de post-alfabetiseringsboeken ziet het er als volgt uit:

  1. Beginnetje.
    Ik zit thuis met mijn computer en vertaal Engels naar Kovol
  2. Nakijken.
    Ik ga met een Kovol-vriend zitten en neem zin voor zin door om woordenschat en grammatica te corrigeren. In het blaaspijpverhaal moest ik blaaspijp vertalen. Die hebben we niet in Kovol. Ik koos voor “hem pu ooguwoo”, wat vertaald kan worden als “boog om mee te blazen”. Ik was benieuwd of dat overkwam en het werkte 🙂
  3. Een opname maken.
    Nadat ik zin voor zin heb gecorrigeerd, haal ik mijn stemrecorder tevoorschijn en laat ik mijn helper de alinea inspreken waaraan we werken. Dit kan een paar takes duren, omdat er gaandeweg stukjes worden toegevoegd of weggelaten.
  4. Vervang het klad door een transcriptie van de audio.
    De kladversie die ik heb geschreven en gecorrigeerd is geschreven in stijf wittemensen-Kovol. Het loopt niet zoals een Kovol-spreker het zou zeggen. Als ik de opname terugluister, kan ik controleren hoe zinnen op elkaar aansluiten, hoe de woordvolgorde varieert, hoe er naar personages wordt verwezen en andere dingen. Samen met de helper die deze versie gaf, controleren we nogmaals of alles nog werkt.
  5. Begripscheck.
    Nu neem ik het verhaal mee naar een nieuwe helper en lees het voor. Na het lezen stel ik vragen om te zien wat er is overgekomen. “Waar gaat dit verhaal over?”. “Wat is een hem pu ooguwoo (blaaspijp)?”. “Hoeveel mensen gingen de vogel schieten?”. De hoofdlijn van het verhaal moet duidelijk overkomen en er moeten geen delen zijn die erg verwarrend zijn.

Dinsdag ben ik aan de slag gegaan met stap 2, het nakijkgedeelte, van “Peter krijgt malaria”. In 4 uur tijd hebben we 6 paragrafen nagekeken! Dat ging langzaam! De helper met wie ik hieraan werkte is nu weg om in zijn tuin te werken. Daarom ben ik met een andere helper aan de slag gegaan om het blaaspijltjesverhaal na te kijken. Met slechts 250 woorden waren we al klaar! Vandaag heb ik de begripscheck gedaan. Succesvol! Het eerste Kovol boek! Alleen is het liggend A4 afgedrukt… Ik zoek de opmaak nog wel uit!

Op naar een taalsessie

Het vertaalproces is een hele uitdaging. Het blaaspijlverhaal had een zin waar stond: “We wachtten tot de avond en toen gingen we.”. De Kovol-versie veranderde in “s Avonds sliepen de vogels op hun zitstokken, sliepen en wij pakten het blaaspijpgeweer en gingen.” In mijn kladversie had ik het werkwoord “wachten” gebruikt, maar dat is verwijderd en er is extra informatie toegevoegd over de vogels die op hun zitstok sliepen en een herhaling van het halen van het blaaspistool. De moeilijke vraag is dan: is het een goede vertaling?

Het zou waarschijnlijk een te grote verandering zijn voor een Bijbelvertaling, maar voor een post-alfabetiseringsverhaal leek het me prima. Het voegt context en samenhang toe voor de Kovol-lezer. De reden dat ze ’s nachts op vogels jagen is omdat de vogels dan slaapplaatsen hebben. Dat is een impliciet feit in het oorspronkelijke verhaal, maar de Kovol-spreker wilde het expliciet maken.
Ik heb al heel wat keren naar de alinea op de stemrecorder geluisterd en me afgevraagd waar die zich bevindt op het spectrum van vertaling naar parafrase. Het moet vloeiend zijn en natuurlijk klinken, maar het mag niet de betekenis echt veranderen. Het is lastig! Ik ben blij dat ik met een verhaal van 250 woorden kan beginnen om een idee te krijgen van de uitdaging. Ik heb het gevoel dat ik nu beter toegerust ben om vragen te stellen aan onze adviseurs. Ik heb heel veel vragen!

Bij het vertalen en opstellen van deze verhalen wordt getest wat ik geleerd heb in de discoursanalyse. Ben ik in staat om alle zinnen samen te voegen zodat het geheel vloeiend overkomt? Kan ik de hoofdzaak bij de hoofdzaak houden? Kan ik voorkomen dat achtergrondinformatie mensen in verwarring brengt? Kan ik duidelijk houden wie wat zei? Kan ik het verhaal grappig maken waar het grappig hoort te zijn?
Mijn begrip van hoe citaten werken is al op de proef gesteld. In de teksten die ik bestudeerde voor de discoursanalyse konden citaten in kleine stukjes worden opgedeeld.

Mountain girl

“Jij,” zei hij, “hebt niets verkeerd gedaan.” Hij zei: “Je hebt niet geslagen.” Hij zei… Was een voorbeeld uit een Kovol-tekst die ik heb geanalyseerd. “Hij zei” werd vaak ingevoegd en zinnen werden niet altijd afgemaakt. Door dit na te bootsen in mijn kladversie van “Peter krijgt malaria” ontdekte ik dat mijn helper de kleinere citaten samenvoegde tot grotere. Ik had ze te veel afgebroken. Het lijkt er dan op dat de citaten in de teksten die ik heb geanalyseerd een eigenaardigheid waren van die ene spreker, of misschien lag er een zware nadruk op die citaten. Ik ben ook grammaticale vormen tegengekomen die ik niet voor mogelijk hield, met bv. desideratieve bijzinnen (=bijzinnen die een verlangen uitdrukken) en ik heb verschillende nieuwe woorden geleerd, zoals “ebe” voor een vogelbaars.

Je zou denken dat ik na bijna 3 jaar fulltime taalstudie een eenvoudig verhaal van 250 woorden redelijk goed zou moeten kunnen vertalen. Het blijkt dat ik nog veel, veel meer moet leren!

Categorieën: Dutch

0 reacties

Geef een reactie