Familie en familiebanden zijn hier veel belangrijker dan thuis. Het concept van stam en familiegroep heeft een heel diepe betekenis en dat kan als buitenstaander moeilijk te begrijpen zijn. Als ik denk aan familie dan denk ik aan een gezin – papa, mama en de kindjes – maar hier is familie veel breder. Dus als het gaat over het leren van alle woorden die bij het thema familie gebruikt worden, dan zal het je niet verbazen dat dat een enorme uitdaging is! We hadden eerder al wat basisdingetjes geleerd – ‘ina’ (mama), ‘inda’ (papa), ‘undum’ (kind) en ‘mo’ (wantok, iemand van dezelfde taal).

Nog een ‘harmoniemaaltijd’

Bij het ophalen van die woordenschat en het afpellen van de volgende laag kwam ik echter tot de conclusie dat ik wat verkeerde veronderstellingen heb gedaan die ik aan moet passen. ‘Anim’ is oom. Later kwam ik erachter dat anim meer is dan dat. Eerst vulde ik het in als ‘familiehoofd’, maar later kwam ik erachter dat het een oom is die ouder is dan je vader, wat ik niet besefte toen ik met de tweede zoon stond te praten – ik had eruit gehaald dat het een term is die gereserveerd wordt voor de oudste zoon, die mogelijk een wat belangrijkere plaats had in de familiegroep. En vandaag moest ik het weer bijwerken (handig toch, dat je dat op een computer zo gemakkelijk kunt doen) want anim kan ook tante zijn – maar het is een oudere oom of tante van je vaderskant. Ik heb nog een aparte set woorden te leren voor ooms en tantes van moederskant. Ik ben er dan ook van overtuigd dat ik er nog niet ben – dit taalgebied gaat diep. Het gaat even duren voor we het helemaal begrijpen.

Onze eerste poging tot het leren van familiewoorden was door het laten zien van onze familiefoto’s en vragen hoe we bepaalde mensen zouden noemen. We kwamen erachter dat dat niet zo lekker werkte, want niemand kende onze familie en we hadden er allerlei fouten in zitten. Na sessie 1 liep ik weg met de gedachte dat het woord voor ‘jongere broer’ ‘oudere broer’ betekende, omdat mensen verkeerd begrepen hadden dat ik de oudere broer was. Dus in ronde twee probeerden we hypothetische familiebanden te gebruiken: ‘Wat als Natalie mijn zus was, hoe zou ik haar dan noemen?’ Maar al snel kwamen we daarmee zelf in de knoop te zitten. Poging 3 leek meer succes te hebben: een familie kiezen, hun stamboom tekenen en vragen hoe ze bepaalde personen zouden noemen. Dit ging best oké, maar nu zijn wij degenen die de familie niet precies kennen en het is lastig om in beeld te houden wie wie is!

Onze foto-albums zijn altijd populair

Dit is één van die taalgebieden waar we steeds op terug zullen komen, en waarbij we stap voor stap ons begrip zullen opbouwen. Het is ook een gebied dat belangrijke impliciete informatie bevat waaruit de identiteit van mensen is opgebouwd, net als hun relaties, verplichtingen en gedrag – dus we gaan deze verbindingen beter bestuderen dan alleen het juiste naampje bij het juiste poppetje.

Ik heb geprobeerd uit te vinden wiens naam je mag noemen en wiens naam niet. In Kovol is er een taboe op het noemen van de namen van bepaalde mensen. Hier kwamen we al snel achter. Toen we de namen van mensen aan het leren waren, ontdekten we dat sommige mensen zich niet op hun gemak voelden om ons hun naam te vertellen. We vroegen het dan aan omstanders en kwamen tot de conclusie dat het voor den nog veel lastiger was om die wel te noemen! Er zijn dus mensen wiens naam je niet mag noemen. Wat er gebeurt als je het wel doet? Geen idee 🙂 Al puzzelend met mijn eigen familie kwam ik erop dat ik de namen van mijn schoonfamilie niet mag noemen. Niet van mijn schoonouders, schoonzussen of zwagers, Alleen als die schoonzus of zwager ouder is dan ik, dan mag ik hem of haar wel bij naam noemen… denk ik, maar weet ik niet zeker! Ik weet in ieder geval wie ik niet meer bij naam mag noemen 🙂 Ik hoop dat esig en pagum dat niet erg vinden als we weer eens in Nederland zijn!

Mijn meest recente idee om dit verder uit te diepen, was door ons zendelingenteam als familie te gebruiken. Philip is de oudste broer, ik ben de middelste en Rhett is de jongste. Ik heb een tabel met alle namen in een rij en in een kolom en ik ga kijken wie wiens naam mag noemen en hoe we elkaar zouden noemen.

Nog iets dat ik vandaag geprobeerd heb, is met een paar mannen gaan zitten en proberen een tekst te transcriberen. Ik heb een video van 30 seconden van iemand die vertel over die keer dat Enos ziek was en er in een vergadering besloten was dat ze het ‘ziekzijn moesten afbreken’. Ik had er van tevoren naar geluisterd en had het algemene idee van wat er gezegd werd wel te pakken. Dus dacht ik dat dat wel een mooie manier zou zijn om te leren hoe hoofd- en bijzinnen aan elkaar worden geplakt. Het bleek een heel erg moeilijke taak te zijn en we hebben het opgegeven. De mannen begrepen natuurlijk wel wat er gezegd werd, maar toen we met pijn en moeite zin voor zin moesten gaan transcriberen wat er gezegd werd, lukte dat gewoon echt niet. Ze kwamen niet voorbij een paar kleine foutjes die de spreker had gemaakt en besloten dat ik het hele ding opnieuw moest opnemen. Dus dat deden we, maar zelfs toen lukte het niet om het op een natuurlijke manier woord voor woord na te gaan. Ik moest het woord voor woord horen om de woordenschat op te kunnen bouwen, zij moesten in lopende zinnen spreken, want dat doen ze altijd. Het was een lollig experiment, maar het plan is nu dat ik in mijn eentje de tekst ga transcriberen en dan ga proberen het woord voor woord langs te gaan met de mannen.

Een taal leren, dat is dat twee verschillende werelden naar elkaar toe proberen te komen. Soms gaat het goed en soms moet je gewoon vergeten wat je voor die dag gepland had, en iets anders proberen.

Nu we het over familie hebben, hier is de jongste Kovol-telg
Categorieën: Dutch

0 reacties

Geef een reactie