Is fastfood niet geweldig? Ik weet dat het cool is om fastfood af te wijzen en te zeggen dat het superongezond is – maar wauw, wat missen we dat. Als je lang genoeg optrekt met zendelingen, weet je zeker dat je de gemeenschappelijke fastfooddagdroom een keer mee gaat maken. Op enig moment begint een zendeling over het eten dat hij mist, en binnen de kortste keren doet iedereen mee met het opnoemen van alle decadente, ongezonde voedingsmiddelen die ze missen en dan gaat iedereen dagdromen. Nou ja, veel meer kunnen we ook niet – hier in Kovol is alles slowfood.

Vandaag was onze cultuuropdracht ‘Mamuni maken’, en daar zijn we van 9:30 tot 12:45 zoet mee geweest 🙂 We hadden heel wat tijd geïnvesteerd in het uitzoeken en analyseren van werkwoordsuitgangen in vier verschillende tijden voor zes verschillende personen (ik, wij, jij, jullie, hij, zij (mv)) en we beginnen nu te werken met wat we aanduiden als serieactiviteiten met gebruik van fotoboeken. Een serieactiviteit is zoals het woord zegt een activiteit waarbij je van iedere stap een foto maakt. Dan laat je de foto’s zien en vraag je: “Wat doen zij?” en krijg je (hopelijk) een simpel zinnetje dat je inwijdt in de geheimen van het daadwerkelijk de losse woorden aan elkaar te kunnen rijgen tot een grammaticaal correcte en natuurlijk klinkende zin.

Dan worden de audio-opnamen goed beluisterd, de foto’s worden met andere mensen steeds opnieuw gerepeteerd, en als je het dan begint te begrijpen, kun je andere tijden of personen gaan gebruiken of de zin op een andere manier aanpassen. Van deze foto-activiteiten kunnen we ontzettend veel leren, en mensen vinden ze superleuk! Ze vinden het altijd leuk om foto’s te zien van zichzelf (of van anderen die ze kennen), dus dat gaat goed! Zij hebben lol en jij leert. En je hebt het altijd bij je voor als het nodig mocht zijn.

Mamuni is eigenlijk gewoon geraspte taro, gemengd met bladgroente en dan gestoomd in een bamboestengel. In de stengel wordt het hard, zodat het een soort zetmeelworst wordt, wat een van de belangrijkste voedingsmiddelen in Kovol is. De andere twee zijn op het vuur gebakken taro, of in een pot gekookte taro (zien jullie ook een patroon?).

Stap 1 is het schillen van de taro. Stap 2 is dat je een specifieke rietstengel neemt (een silim ot), wat eigenlijk een natuurlijke jungle-kaasrasp is (…dagdroomt over kaas). Als je dan flink geraspt hebt, heb je tarosmurrie in een kom.

De smurrie wordt dan op een (niet-eetbaar) blad gelegd en gemengd met bladgroente. Dat is het moment waarop het woord voor ‘blad’ verandert: ‘sog’ (blad) wordt ‘mondog’ (een blad dat is geplukt en aan het werk moet). Niet te verwarren overigens met ‘mandagas’, dat is het soort blad. Nadat alles netjes over het blad is verdeeld, wordt het opgevouwen tot een worst en in een bamboestengel geschoven.

Vertrouw me nu maar, dit wordt écht eetbaar…
Samuel is een man – hij moet mannelijke dingen doen, zoals bamboe hakken

Het erin schuiven vereist een beetje handigheid, je moet opletten dat je de mamuni niet te vol doet, want dan glijdt hij er niet meer in. De bamboestengel op de grond slaan helpt om de mamuni erin te laten glijden.

45 minuten boven het vuur en je mamuni zou lekker gaar moeten zijn. Af en toe moeten ze omgekeerd worden. Zoals je ziet wordt de bamboestengel zwart en verbrandt hij wat, dit zijn dus eigenlijk wegwerp-kookpotten!

De originele wegwerppot!
Jummie?

En uiteindelijk moet je dan het beschermende blad eraf halen, zodat je bij het lekkers kunt. Je bent drie uur bezig geweest, maar er is genoeg mamuni voor 15 mensen, en ze smaken best oké. Een beetje zout helpt wel (maar zout wordt hier gewonnen uit een specifieke boom, dus het is vrij zeldzaam). De mamuni smaakt niet echt ergens naar eigenlijk, zetmeel, bladgroente. Je kunt het op het plaatje niet zien, maar ze blijven goed bij elkaar in een soort worst, dus finger food.

Ik heb vanochtend 94 foto’s gemaakt, dat verminder ik tot het er 30 zijn en dan print ik 5 pagina’s uit. We zijn op moment vooral geïnteresseerd in de werkwoorden, want de zelfstandige naamwoorden en voornaamwoorden zijn allemaal wel bekend. Als we alles hebben opgeschreven, maken we een opname van iemand die alle plaatjes uitlegt. Het resultaat was nog niet geweldig, maar goed, dit as de eerste keer.

We hebben de hele ochtend bij dezelfde mensen gezeten en dus hebben we ze vanalles gevraagd. We hebben diepgravend naar iedere foto gevraagd, we hebben alternatieve constructies voor veel van de acties opgeschreven, we hebben de grammatica ontleed en geprobeerd een zo lang mogelijke zin te maken, we hebben geprobeerd zinnen en bijzinnen te verbinden met dingen als ‘eerst hebben we dit gedaan, toen dat’. Het was leuk om te doen, maar de opname werd er niet beter van. We hebben een heel specifieke, academische versie van wat we deden (met alle taalonderzoeken nog vers in het geheugen van onze helper).

Toch is het nog steeds goed materiaal. We kunnen de werkwoordsstammen eruit halen, zodat we daaruit woordenschat kunnen opbouwen voor de volgende keer, en we hebben een goede opname voor onszelf voor als we wat verder zijn en de extra variatie aan kunnen. De volgende stap is om met de foto’s naar een ander publiek te gaan en te zien wat zij ervan maken, en dat zou als resultaat moeten hebben dat we het ook in simpelere, meer natuurlijke taal leren, dat is in dit stadium beter voor ons.

Dus dat was vandaag. We hebben meegedaan, we hebben onze audio en video verwerkt en we hebben oefenmateriaal gecreëerd waar we de komende maanden wat aan hebben. Kom maar op met morgen – ik wil alles begrijpen wat ik net gekregen heb!


0 reacties

Geef een reactie