Het leren van een taal is mentaal een van de meest vermoeiende dingen die ik ken, dit is de derde vreemde taal die ik leer, dus ik weet hoe het is, maar het verschil is dat het nu mijn fulltime aan-een-stuk-door werk is. Toen ik Nederlands en Tok Pisin leerde waren er ook nog andere dingen te doen, waardoor ik mijn aandacht voor het leren van de taal verspreidde over de dag. Hier hebben we niets anders om ons op te richten dan de Kovoltaal en we werken er hard aan, zodat ik 8 uur per dag bezig ben met de taal en Gerdine 2-4 uur, naast de eisen die het hebben van een peuter aan haar stelt.

Gerdine verdeelt haar aandacht tussen taal en peuter

Doordat we recent van de stam weg geweest zijn voor een tandartsbehandeling, worden we eraan herinnerd dat we hier niet eindeloos de tijd hebben. We hopen dat we hier 10-15 jaar kunnen dienen, maar er is geen enkele garantie dat we zo lang kunnen blijven. Als de omstandigheden zich tegen ons keren, kan het zijn dat we moeten vertrekken; en zelfs als we wel zo lang zouden kunnen blijven, is er zo veel te doen dat we geen tijd te verliezen hebben! Op een avond gingen we aan tafel om te eten, verwachtend dat we de volgende dag gewoon verder zouden gaan waar we gebleven waren, maar in plaats daarvan zaten we in een helikopter naar Goroka om een kies te laten trekken. We zijn blij dat we terug zijn, maar de twee weken in Goroka hebben ons een beeld gegeven hoe dringend het is dat we aan de slag gaan met het werk waarvoor God ons hierheen heeft gestuurd.

Uitzicht op de mistige bergen

En dus knokken we om onze taal-uren te draaien, weerstaan we afleiding en proberen we slim om te gaan met de klussen die we moeten doen (die vaak langer duren zonder alle westerse handigheidjes waar we aan gewend zijn).

Ja hoor, dat deel van de banaanheeft een aparte naam

We worden wél hartstikke moe van al dat taal leren! In één dag taal leren ga je van ‘ik heb er zin in, ik heb veel energie, ik ben er klaar voor’ naar ‘bluh, ik ben kapot’. Ik schrijf dit op dinsdagavond. Zondag ben ik ingestort, heb ik het grootste deel van de middag geslapen en heb ik de hele dag binnen voor papmpus gelegen (na een kleine aanbiddingsdienst met ons team), die avond zei ik tegen Gerdine: ‘dat was een mooi rustmoment, ik ben klaar om weer te beginnen met taal leren.’ Maandagochtend was ik fris en klaar om weer te beginnen, maandagavond viel ik afgedraaid mijn bed in om 21:00, en vanmorgen ben ik echt op wilskracht opgestaan om weer verder te gaan met de taalstudie. Het is verbazingwekkend hoe snel mijn humeur omslaat van zin hebben om aan de slag te gaan naar ertegenop zien! 😀

We kregen bezoekers die deze lokale delicatesse meebrachten… Gerdine heeft geproefd, ik niet!

Ik had al eens gezegd dat tijdens onze training vaak het beeld van een marathon gebruikt werrd, waardoor ik dacht aan een lange, langdradige sleur, maar ik had niet verwacht na een dag taalstudie al tegen een muur op te lopen! Haha! Ik klink misschien alsof ik de moed al verloren ben, dat valt mee, op moment vind ik het vooral grappig! Het lijkt erop dat 21:00 naar bed en 6:30 opstaan het nieuwe normaal wordt!

Het woord voor modder blijft wel plakken, dat gebruiken we zo vaak!

Ik had contact gezocht met een PNGzendeling die al wat langer dan ik bezig is met taal leren. Ik dacht nog dat de vermoeidheid iets is wat vooral voorkomt in het begin, als je nog op een basisniveau zit; alles is nog nieuw en we proberen per dag 20 woorden en 5 zinnen te leren en deel te nemen aan één culturele activiteit. Dat is gewoon deze fase, dacht ik, dus ik vroeg of het beter zou worden. Dit is wat hij zei:

Mijn ervaring is dat taalstudie altijd super uitputtend is. Ik weet niet of het helpt, maar soms wordt de uitputting voorafgegaan door een intens gevoel van mislukking.

Anonieme PNG zendeling

Haha! Dat zal wel de galgenhumor zijn die we als zendelingen hebben 🙂 Nou ja. De eerste halve kilometer van de marathon zit er nauwelijks op, dus het is nog te vroeg om de handdoek in de ring te gooien! Bekijk he van de andere kant: hoewel ik echt op wilskracht moet opstaan, door de regen naar het dorp moet lopen en daar iemand moet vinden om een stuk taal van te leren – het is meestal echt leuk en geeft een gevoel van voldoening als het gelukt is.

Gisteren heb ik een leuk spelletje ‘leg de pinda ergens neer’ gedaan. Ik ken het woord voor pinda (pavasil ene) en het woord voor tas (obo) dus heb ik de pinda op, onder, in, vlakbij en ver weg van de tas gelegd en afgewacht wat er gebeurde. Dat was best leuk. Ik kreeg de smaak te pakken en ging voor de zin ‘Philips huis is tussen mijn huis en de hut’ – maar toen werd de zin te moeilijk voor mij 😛

De pinda is onder de tas – pavasil ene obo ibu pogim

Bid voor ons dat we mogen doorzetten, dat we op een wijze manier onze tijd zo goed mogelijk benutten, maar dat we onszelf niet voorbij lopen! Op dit moment zijn we goedgehumeurd, dus dat is mooi!


0 reacties

Geef een reactie