Tijdens ons laatste bezoek aan Kovol begin mei ondertekenden we het contract voor onze grond, maakten een stuk vrij voor onze huizen en begonnen met mensen leren kennen. We zien jullie over drie weken, beloofden we! We komen terug met kettingzagen om hout te verzamelen voor onze huizen.

Ik moet leren uit te kijken wat ik beloof hier in PNG! Onderhoudsproblemen met de helikopter zorgden ervoor dat het anders liep, en we hebben nog steeds niet terug kunnen gaan. Het ziet er nu veelbelovend naar uit dat we op 5 augustus weer terug kunnen; 3 maanden en geen 3 weken, zoals we beloofd hadden!

We moeten ons voorbereiden op meer zitten…

We kunnen op moment op twee manieren contact houden met de mensen van Kovol. We hebben één mobiel nummer van iemand in het dorp waar we heen gaan verhuizen, maar we kunnen daar zelden contact op krijgen. Die man houdt zijn telefoon meestal uit, omdat hij hem nergens op kan laden.

De andere communicatiemethode is als de mensen van Kovol naar de Pal-zendelingen lopen, een stevige wandeling van ongeveer 4 uur. Ze zijn al verschillende keren langs geweest om te vragen: “Dus… Waar blijven onze zendelingen?”

De Pal-zendelingen vertellen aan ons waar de gesprekken op neerkomen. De mensen beginnen zich zorgen te maken dat we niet meer terugkomen. Ze hebben zelfs aan de Pal-zendelingen gevraagd: “Hebben jullie iets gedaan om te voorkomen dat onze zendelingen terugkomen?” waarop die gelukkig (geduldig) konden antwoorden: “Nee, de helikopter is kapot, daarom zijn ze later… ze komen in augustus naar jullie toe.”

Naast de zorg die mensen hebben over hoe lang we al weg blijven, zijn er ook geruchten over grondgeschillen. “We hebben gehoord dat de landeigenaren niet blij zijn met het Kovolteam”, “We hebben gehoord dat het Kovolteam flink moet gaan betalen om op de grond te mogen verblijven en de bomen om te hakken.”
Als dat klopt is er reden om ons zorgen te maken, maar met geruchten is het zo lastig om te filteren: wat is waar, wat niet. De geruchten komen immers van het aangrenzende dorp, dat teleurgesteld is dat we niet in hún dorp komen wonen.

We hebben onze bomen al gemerkt, hoog tijd om terug te gaan en er planken van te maken.

Dus wat kunnen we ermee? Over 2,5 week gaan we terug en nemen deze keer een heleboel spullen en gereedschap mee. We willen landen en aan de slag gaan, en als we midden in een grondgeschil terecht komen, zullen we moeten inbinden en het regelen voor we bomen om gaan hakken. We kunnen erheen lopen om het allemaal uit te zoeken – maar dat is een lange, zware tocht die zo zou kunnen aflopen: “We hebben geruchten gehoord.” “Nee, niks aan de hand, gewoon geruchten.” We denken dat de kans klein is dat we erachter komen wat er speelt, zelfs als we daar zouden zijn.

Dus zijn we van plan om gewoon op 5 augustus daarheen te vliegen, maar ervan uit te gaan dat het de eerste twee dagen vooral zitten en praten wordt. We zijn tamelijk doelgericht en zouden het liefst meteen aan de slag gaan; maar dan zullen we om die reden de eerste twee dagen maar gewoon gaan zitten wachten en eventuele problemen de tijd geven om boven water te komen. We zullen ervoor moeten zorgen dat we zo PNG mogelijk zijn, ook al staat de westerling in ons te trappelen om aan de slag te gaan!

Categorieën: Dutch

0 reacties

Geef een reactie