Culturele gebeurtenissen behoren tot de belangrijkste kansen die we als zendeling gebruiken om taal te leren. Een schrift erbij pakken en iemand vragen om alle werkwoorden op te schrijven die hij kan bedenken, daar kun je misschien een paar werkwoorden van leren, maar het valt niet mee om die te onthouden. Als we in plaats daarvan meedoen aan een culturele gebeurtenis – bijvoorbeeld een bruiloft, maar het kan ook iets kleins zijn als iemand begroeten onderweg, of de afwas doen – dan krijgt het leren van een taal een directe fysieke context.

Een taal gebruiken om over abstracte zaken te praten vereist een diep inzicht in die taal, dus willen we als taal-leerlingen de fundamenten van onze taalkennis leggen in het concrete hier-en-nu van een culturele gebeurtenis. We kunnen vragen stellen: “Wat is dat?” en “Wat ben je aan het doen?” en “Leg dit eens uit,” en daardoor beperken we de toepassingsbreedte van de taal die we dan als antwoord krijgen. Onze taalhulp praat niet over koetjes en kalfjes, maar over de dingen die je voor je neus ziet gebeuren en waar je zojuist mee bezig was.

Als het met taal niet lukt, kun je altijd nog je telefoon pakken…

Als er bij een culturele gebeurtenis iets fysieks komt kijken, is dat nog beter; onze hersenen kunnen een taal beter vasthouden als onze andere zintuigen er ook bij betrokken worden en het niet alleen abstracte werkwoorden, voornaamwoorden en bijwoorden zijn.

Dus gingen we om onze ITF studenten (jonge mensen die naar PNG komen om 6 weken te snuffelen aan de zending) te helpen met hun studie Tok Pisin, met hen naar het dorp Bilbil.

Bilbil is een beroemd dorpje in PNG. Van oudsher maakten ze aardewerken potten en handelden daarmee met andere taalgroepen, ruilden ze voor eten, en werden ze daardoor bekend en gerespecteerd in de regio. Met de komst van stalen kookpotten in PNG daalde de behoefte aan aardewerken potten bijna tot een nulpunt en de mensen in Bilbil hebben de traditie van hun voorouders verheven tot een toeristische ervaring. Resorts stellen ‘cultuurervaringspakketten’ samen en toeristen uit alle windstreken komen naar Bilbil voor een demonstratie van hoe de potten gemaakt werden en om er een aantal te kunnen kopen.

De dames demonstreren de ‘mep er met een stok op’ – pottenbakmethode

We hebben onze studenten ingeschreven voor deze ervaring, maar dan wel met een twist. Onze studenten zouden het gaan gebruiken als een kans om Tok Pisin te leren. Schriften, camera’s en voice recorders kwamen allemaal tevoorschijn tijdens de demonstratie, want onze studenten probeerden er wat nieuwe taalkennis uit op te pikken. Ze zijn nog maar twee weken in het land en zijn nog de basis van de taal aan het leren, maar dit is wel precies het soort culturele gebeurtenis dat ze nodig hebben om meer en meer te gaan leren.

Je raakt hier nogal makkelijk in gesprek 🙂

Na de demonstratie gingen de studenten alleen op pad om het zelf te proberen (alleen de dames mogen een poging doen, natuurlijk!) en mensen te vinden om mee te praten en zo de taal te leren. Ze stonden ervan te kijken hoe vriendelijk en spraakzaam de mensen hier zijn. Een van de vele zegeningen van PNG is dat mensen heel graag de tijd nemen om met je te praten; wat natuurlijk ideaal is voor taalstudenten!

Studenten mochten zelf een poging doen om potten te bakken

Voor mij was het de tweede keer in BIlbil. Ik was er al eens geweest toen we net in PNG waren aangekomen. Het is nogal verleidelijk om een culturele gebeurtenis te beschouwen als ‘af’: ‘been there, done that, got the language’. NTM gaf me twee jaar geleden al de stempel ‘zeer hoge taalvaardigheid in Tok Pisin’, maar je kunt altijd nog bijleren.
Cultuur is een gigantisch vervlochten web en ik zag mijn kans schoon om dingen te onderzoeken die drie jaar geleden nog niet mogelijk waren voor mij. Ik was vooral beschikbaar als vertaler voor als gesprekken vastliepen, of uitliepen op lange, gedetailleerde uiteenzettingen.

Ik had een aantal heel goede gesprekken met studenten over hoe je nou een goede vraag stelt. Er waren twee dingen die hen begonnen op te vallen: 1 – dat niemand ze corrigeerde als ze iets taaltechnisch verkeerd zeiden, en 2 – dat mensen vaak de vraag die hen gesteld was, niet beantwoordden. Het punt met nummer 2 was, dat de vraag vaak verkeerd begrepen werd. Een simpele vraag als ‘hoe lang doet u erover om een pot te maken’ was in dat opzicht een mijnenveld, want niemand maakt maar een pot tegelijk – ze worden per batch gemaakt, door hele groepen dames en het hele concept ’tijd’ is hier ook niet zo helder. “Het kan in een paar dagen klaar zijn” was hun beste antwoord op de ‘hoe lang-doet-u-erover-vraag. 🙂

Categorieën: Dutch

0 reacties

Geef een reactie